06.12.2012 Views

Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen

Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen

Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

4.3.10 Bij de beantwoording van de vraag of een exoneratie onredelijk bezwarend is in de zin van<br />

art. 6:233 sub a BW, kunnen tal van omstandigheden een rol spelen, zoals de zwaarte van<br />

de schuld terzake het veroorzaken van de schade, mede in verband met de aard en ernst<br />

van de betrokken belangen, de maatschappelijke positie en de onderlinge verhouding van<br />

partijen en de mate waarin de wederpartij zich de strekking van het beding bewust is<br />

geweest. 74 In geval van overeenkomsten met de overheid dienen daarbij, gezien de art.<br />

3:14 BW en 3:1 lid 2 Awb tevens de algemene beginselen van bestuur in aanmerking te<br />

worden genomen en bij het gebruik van algemene voorwaarden rust op een<br />

overheidsorgaan de algemene plicht om rekening te houden met de belangen van<br />

burgers. 75<br />

4.3.11 Indien de exoneratie niet in algemene voorwaarden is opgenomen – en toetsing aan art.<br />

6:233 sub a BW derhalve niet aan de orde is - of art. 6:233 sub a BW op andere gronden<br />

toepassing mist, 76 is het mogelijk dat geen beroep op de exoneratie mag worden gedaan,<br />

omdat dit op grond van art. 6:248 lid 2 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid<br />

onaanvaardbaar zou zijn. Hoewel het formele toepassingsbereik van art. 6:233 sub a BW<br />

en art. 6:248 lid 2 verschilt, is de norm die bij laatstgenoemde bepaling wordt gehanteerd<br />

gelijk aan die bij een beding in algemene voorwaarden. 77 Gezien het voorgaande is<br />

derhalve denkbaar dat op een door de Kamers van Koophandel gehanteerde exoneratie<br />

geen beroep mag worden gedaan, bijvoorbeeld indien sprake is van een wanverhouding<br />

omdat de exoneratie aansprakelijkheid voor onvolledige of onjuiste informatie in<br />

verregaande mate uitsluit en de mogelijke schade aanzienlijk is.<br />

4.3.12 Een verder probleem is in hoeverre aan de verstrekking van informatie nadere<br />

voorwaarden mogen worden verbonden die het recht op overheidsinformatie, voor zover<br />

dat bestaat, op (enigerlei) wijze beperken. Dat lijkt bijvoorbeeld ten aanzien van WOB-<br />

informatie lastig te zijn, nu die informatie in beginsel zonder nadere voorwaarden<br />

openbaar dient te worden gemaakt. Bovendien passen dergelijke beperkingen niet in het<br />

beleid overheidsinformatie toegankelijk te maken.<br />

74 . Zie HR 19 mei 1967, NJ 1967, 261 m.nt. GJS; HR 20 februari 1976, NJ 1976, 486 m.nt. GJS;<br />

HR 8 maart 1991, NJ 1991, 396. Zie Hof Arnhem 8 maart 1994, NJ 1996, 701, voor een zaak<br />

waarin schade was ontstaan als gevolg van onjuiste informatie en de partij die deze<br />

informatie had verstrekt, geen beroep toekwam op een in algemene voorwaarden<br />

opgenomen exoneratie.<br />

75 . Zie HR 8 juli 1991, NJ 1991, 691 m.nt. MS (Kunst- en Antiekstudio Lelystad); HR 9 januari<br />

1998, NJ 1998, 363 m.nt. ARB (Apeldoorn/Duisterhof); HR 25 april 1986, NJ 1986, 714<br />

m.nt. G (Van der Meer/Smilde)(rov. 3.4).<br />

76 . Zo kunnen grote ondernemers op grond van art. 6:235 lid 1 geen (rechtstreeks) beroep doen<br />

op de vernietigingsgrond van art. 6:233 sub a. Voorts is denkbaar dat niet de exoneratie zelf<br />

als onredelijk bezwarend kan worden aangemerkt, maar dat de onredelijkheid verband houdt<br />

met bijkomende omstandigheden.<br />

77 . Zie MvA II Inv., Nota II Inv. en MvA I Inv., Parl. gesch. Boek 6, p. 1586, 1595 en 1621.<br />

37

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!