Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Koophandel in deze. Aannemelijk is in elk geval dat men met het opnemen van dergelijke<br />
bedingen niet te gemakkelijk moet omspringen.<br />
Schade geleden door andere overheidsorganen<br />
4.3.14 Hetgeen hiervoor is gezegd, geldt in beginsel ook indien de schadelijdende partij een<br />
ander overheidslichaam is. Daarbij moeten echter twee kanttekeningen worden geplaatst.<br />
Enerzijds geldt dat aansprakelijkstelling alleen zinvol is indien de schadeveroorzakende en<br />
schadelijdende partij niet tot dezelfde (publiekrechtelijke) rechtspersoon behoren.<br />
Wanneer zij wel tot dezelfde rechtspersoon behoren, zal immers een veroordeling ten laste<br />
van het(zelfde) vermogen van de rechtspersoon komen en ontstaat een vestzak-<br />
broekzakcasus. Bovendien wordt algemeen aangenomen dat een bestuursorgaan niet in<br />
een geding bij de burgerlijke rechter – bijvoorbeeld met een vordering tot<br />
schadevergoeding – kan worden ontvangen, maar dat alleen de rechtspersoon waartoe het<br />
bestuursorgaan behoort, in rechte kan optreden. 81 Daarmee zou de (publiekrechtelijke)<br />
rechtspersoon, wanneer de bestuursorganen tot dezelfde rechtspersoon behoren, tegen<br />
zichzelf moeten procederen. Anderzijds wordt wel aangenomen dat de algemene<br />
beginselen van behoorlijk bestuur tussen overheidslichamen onderling niet dezelfde<br />
betekenis hebben als tussen de overheid en een burger. 82 Daarom lijkt een<br />
overheidslichaam niet steeds op gelijke voet als een burger een beroep te kunnen doen op<br />
bijvoorbeeld het vertrouwensbeginsel.<br />
4.4 Inbreuk op een recht door het verstrekken of verzamelen van informatie<br />
(inbreukinformatie)<br />
4.4.1 Denkbaar is dat de overheid door het verstrekken of verzamelen van informatie inbreuk<br />
maakt op de privacy dan wel de intellectuele eigendomsrechten van bepaalde personen.<br />
Daarbij is minder van belang of het gaat om op zich juiste of onjuiste informatie. Zo kan<br />
aansprakelijkheid van de overheid zijn gelegen in het gebruikmaken van door haar<br />
verzamelde (op zich juiste maar) vertrouwelijke informatie. Het feit dat zij over dergelijke<br />
81 . Bijvoorbeeld HR 25 november 1983, NJ 1984, 297 m.nt. WHH (Van der Peijl/Minister van O<br />
en W); HR 10 februari 1984, NJ 1985, 102 m.nt. MS (De Groote Waard); HR 27 juni 1986,<br />
NJ 1987, 898 m.nt. MS (Methadon-brief); HR 2 september 1994, NJ 1995, 660 m.nt. MB<br />
(Staat/Kuilboer); HR 28 maart 1997, NJ 1998, 418 m.nt. Ten Berge (Curaçao/Otrabanda).<br />
Overigens acht de Hoge Raad uitzonderingen daarop mogelijk. Zie HR 3 december 1993, NJ<br />
1994, 375 (Staat/Medezeggenschapsraad Van Hall Instituut); HR 5 januari 2001,<br />
Gemeentestem 7138 (2001), 3 m.nt. HH (Arrosel/Alkmaar).<br />
Vergelijk nog CBB 17 oktober 1995, AB 1996, 93 m.nt. JHvdV; ABR RvS 12 september 2000,<br />
AB 2001, 108 m.nt. NV (B&W Breda/Minister van VROM).<br />
82 . Zie Conclusie A-G Biegman Hartogh voor HR 10 april 1987, NJ 1988, 148 (Nieuwegein/GCN<br />
I); Conclusie A-G Bloembergen voor HR 27 april 1990, NJ 1991, 674 m.nt. MS<br />
(Zaanstad/Staat). Zie ook Kluin 1994, blz. 43 en 44; Kobussen 1992, blz. 993-999; Tjittes<br />
1994, Deventer 1994, blz. 40 en 41.<br />
39