Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Ongerichte informatie<br />
4.3.6 Aangaande de aansprakelijkheid voor het geven van onjuiste algemene informatie<br />
(voorlichting) aan burgers is de nodige literatuur en jurisprudentie aangetroffen. Het gaat<br />
hier om het verstekken van ongerichte informatie. Geheel duidelijk is de postitie van de<br />
overheid in deze echter niet. Wel wordt aangenomen dat voor het geven van algemene<br />
inlichtingen geen aansprakelijkheid kan worden aangenomen, omdat daarvoor concrete<br />
toezeggingen noodzakelijk zijn. 62 De aansprakelijkheid is dan in feite geen andere dan die<br />
voor het geven van individuele inlichtingen. Daaraan ligt ten grondslag de gedachte dat<br />
informatieverstrekking voor bestuursorganen niet onaantrekkelijk zou moeten worden<br />
gemaakt, zodat zij alleen summiere informatie zouden willen verstrekken. 63 Toch heeft die<br />
gedachte niet zonder meer ingang gevonden en met name niet indien de algemene<br />
informatie zonder voorbehoud is verstrekt. 64 Daarmee zal de overheid aansprakelijk<br />
kunnen worden gehouden voor door haar gegeven onjuiste of onvolledige algemene<br />
voorlichting, ook zonder dat individuele toezeggingen zijn gedaan. Er bestaat zelfs<br />
jurisprudentie die ervan uitgaat dat op (algemene) inlichtingen eerder gerechtvaardigd<br />
vertrouwen kan worden gebaseerd dan op individuele inlichtingen. 65 Dat is met name het<br />
geval indien sprake is van ondubbelzinnige uitlatingen. Een burger mag blijkens die<br />
jurisprudentie op dergelijke (algemene) informatie afgaan en op hem rust geen verdere<br />
onderzoeksplicht. 66 Dit in tegenstelling tot op verzoek verstrekte informatie. Daarbij kan,<br />
zoals hiervoor al werd aangegeven, immers van een burger in een aantal gevallen worden<br />
verwacht dat hij de gegeven informatie controleert. Wel is het zo dat algemene informatie<br />
door een burger niet steeds zonder meer op zijn situatie kan worden toegepast en hij<br />
daarmee niet altijd op die informatie kan afgaan. Naarmate de informatie derhalve minder<br />
precies en daarmee meer dubbelzinnig wordt, zal een burger daaraan minder vertrouwen<br />
kunnen ontlenen. Het is waarschijnlijk dat deze lijn wordt doorgetrokken, met name op<br />
gevallen waarin de voorlichting betrekking heeft op (de voorbereiding of inhoud van) het<br />
eigen beleid of op regelgeving van de overheid.<br />
4.3.7 Voor zover (gerichte of ongerichte) onjuiste informatie is gegeven waarop een burger mag<br />
afgaan, speelt het vereiste (2) van toerekenbaarheid, zoals dat is neergelegd in de art.<br />
6:74 en 6:162 BW, naar het zich laat aanzien geen zelfstandige rol (van betekenis) meer<br />
voor de vaststelling van aansprakelijkheid. 67 De rechtvaardiging daarvoor wordt met name<br />
62<br />
. CRvB 10 december 1998, RSV 1999, 147; NO 1 juli 1999, JB 1999, 424; HvJ EG 8 februari<br />
2000, AB 2000, 154.<br />
63<br />
. Bijvoorbeeld Van Meegen 2001, p. 24. Vergelijk NO 27 januari 1999, JB 1999, 62.<br />
64<br />
. Vergelijk ook in die zin Nicolai 1998, p. 178.<br />
65<br />
. Zie CRvB 25 januari 2001, JB 2001, 77. Vergelijk AR RvS 23 augustus 1978, AB 1978, 473;<br />
CBB 30 januari 2001, AB 2001, 101 m.nt. JHvdV (UMCU/Minister van Economische Zaken).<br />
66<br />
. CRvB 25 januari 2001, JB 2001, 77. Deze uitspraak had betrekking op een (algemene)<br />
informatiebrochure over de rechtspostitie van ambtenaren.<br />
67<br />
. Zie voor de aansprakelijkheid voor vernietigde beschikkingen onder meer HR 9 mei 1986, NJ<br />
1987, 252 (Staat/Van Gelder Papier); HR 26 september 1986, NJ 1987, 253 m.nt. MS<br />
34