Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
eputatieschade (paragraaf 4.5). Vervolgens komen – voor deze drie categorieën<br />
gezamenlijk – de overige vereisten voor aansprakelijkheid voor het verstrekken van<br />
onjuiste informatie aan de orde. Deze vereisten kunnen leiden tot beperkingen van de<br />
aansprakelijkheid zoals die in beginsel uit de vereisten (1) en (2) voortvloeit. Wij gaan<br />
met name in op het (3) causaal verband (paragraaf 4.6); en (4) de relativiteit (paragraaf<br />
4.7). Dat (5) schade is geleden wordt veronderstelt, nu daaraan in het algemeen zal zijn<br />
voldaan. Voorts wordt waar nodig aandacht besteed aan nog twee mogelijkheden die de<br />
overheid heeft om haar aansprakelijkheid in te perken:<br />
6. Een beroep op eigen schuld aan de zijde van de burger (paragraaf 4.8);<br />
7. Voor zover een overeenkomst is gesloten door een beroep op een contractuele<br />
clausule waarin de aansprakelijkheid wordt beperkt (exoneratie en vrijwaring)<br />
of – ook zonder dat een overeenkomst is aangegaan – op bij de informatie<br />
geplaatste waarschuwingen.<br />
In hoofdstuk 5 wordt het voorafgaande toegepast op de acht categorieën overheids-<br />
informatie die in paragraaf 3.1 zijn beschreven.<br />
4.2 Algemene aspecten<br />
4.2.1 Thans volgen eerst enige algemene opmerkingen over de grondslagen van de<br />
overheidsaansprakelijkheid naar Nederlands recht. Art. 6:162 BW eist dus dat er sprake is<br />
van één van de in dit artikel genoemde categorieën van onrechtmatig handelen. Deze<br />
categorieën zijn het handelen in strijd met een wettelijke plicht, het inbreuk maken op een<br />
subjectief recht en het handelen in strijd met een (ongeschreven) zorgvuldigheidsnorm. 35<br />
De voor de overheid geldende zorgvuldigheidsnorm wordt, mede gezien art. 3:14 BW,<br />
ingekleurd door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. 36 In het bijzonder moet<br />
hierbij worden gedacht aan de schending van het vertrouwensbeginsel en het beginsel van<br />
een zorgvuldige voorbereiding van besluiten. 37 Het eerste beginsel is in het geding indien<br />
35 . Ook is denkbaar dat voor het verstrekken van informatie een overeenkomst is gesloten. Dan<br />
is de aansprakelijkheid gebaseerd op art. 6:74 e.v. BW. In verband met de aansprakelijkheid<br />
op grond van art. 6:74 e.v. BW is vereist dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming<br />
van een overeenkomst. Bij het verstrekken van informatie kan deze tekortkoming bestaan<br />
uit het (in strijd met de overeenkomst) in het geheel niet verschaffen van informatie of het<br />
verschaffen van onjuiste of onvolledige informatie.<br />
36 . Zie HR 24 april 1992, NJ 1993, 232 m.nt. MS (Zeeland/Hoondert). Zie verder bijvoorbeeld<br />
HR 27 juni 1986, NJ 1987, 726 m.nt. MS (Tolkentarieven); HR 22 juni 1990, NJ 1993, 637<br />
m.nt. MS (Vastgoed/Staat); HR 31 januari 1992, NJ 1992, 788 m.nt. MS en HJS<br />
(Ontvanger/V). Zie ook 3:1 lid 2 Awb en MvA II Inv., Parl. gesch. Boek 3, p. 1053 en 1054;<br />
MvT, Parl. gesch. Awb I, p. 86. Vergelijk HR 16 mei 1987, NJ 1987, 251 m.nt. MS<br />
(Landbouwvliegers); CRvB 27 juni 1990, AB 1991, 55.<br />
Zie tevens (uit velen) Asser-Hartkamp 4-III, nr. 290a; Koeman 1989, p. 174 en 175 Van<br />
Maanen/De Lange 2000, p. 58-62, 86, 87 en 90-92; Menu 1994, p. 101, 109, 253, 254 en<br />
271; Mon. Nieuw BW A-26 (Van der Does/Snijders), nr. 13-17; Spier 1996, p. 271 e.v.;<br />
Tjittes 1996, p. 35-37; Van der Veen 1997, p. 385-392; Van Wijk/Konijnenbelt/Van Male, nr.<br />
14.14 en 14.15.<br />
27