Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.3.13 Er worden in (bij) overeenkomsten die betrekking hebben op het verstrekken van<br />
informatie door de overheid (behorende algemene voorwaarden) verder wel<br />
vrijwaringsbedingen opgenomen, waarin de afnemer van informatie de overheid moet<br />
vrijwaren voor aanspraken van derden indien die door het verstrekken van (onjuiste of<br />
onvolledige) informatie schade lijden. Dergelijke vrijwaringsbedingen moeten, voor zover<br />
zij als voorwaarde bij een vergunning of in een daarbij behorende overeenkomst zijn<br />
opgenomen en de toepasselijke regeling daarvoor niet rechtstreeks een grondslag biedt, in<br />
het algemeen – net als andere financiële voorwaarden als heffingen en boetebedingen –<br />
een rechtstreekse bijdrage leveren aan de doelstelling van de wettelijke regeling en het<br />
algemeen belang moet het stellen ervan noodzakelijk maken. 78 Dit betekent dat het<br />
opnemen van een dergelijk vrijwaringsbeding niet steeds tot de mogelijkheden behoort. 79<br />
De vraag is wat dat betekent voor het in de algemene voorwaarden van de overheid<br />
voorkomend vrijwaringsbeding, voor zover de toepasselijke regelgeving daarvoor geen<br />
(rechtstreekse) grondslag biedt. Het enkele feit dat het hier niet gaat om een<br />
vergunningverlening, maar om informatieverstrekking – ontleend aan een wettelijke<br />
taak – lijkt niet zonder meer voldoende om te kunnen zeggen dat het opnemen van een<br />
vrijwaringsbeding is toegestaan. Wel zou daarvoor kunnen pleiten dat deze voorwaarde<br />
wordt opgenomen in het kader van een meer commerciële vorm van<br />
informatieverstrekking, waarin de Kamers van Koophandel veel meer als burger handelen<br />
dan als overheidsorgaan. Er bestaat dan minder reden om opneming van een dergelijke<br />
vrijwaringsbepaling niet mogelijk te achten, nu deze in overeenkomsten tussen burgers<br />
gebruikelijk is en in de hiervoor besproken mogelijkheden om aan de werking daarvan te<br />
ontkomen voor die situaties voldoende waarborgen zijn gecreëerd. Anders wordt dat<br />
wellicht wanneer het gaat om het verbinden van dergelijke voorwaarden aan rechtstreeks<br />
met de wettelijke taak samenhangende taken, zoals het verstrekken van uittreksels uit<br />
het Handelsregister. 80 Dat geldt in het bijzonder indien burgers daarin een (extra)<br />
belemmering zouden vinden deze informatie te raadplegen, hetgeen zich lastig laat rijmen<br />
met de openbaarheid van het Handelsregister en de wettelijke taak van de Kamers van<br />
78 . Zie voor het bedingen van een vergoeding voor het storten van baggerspecie in de Noordzee<br />
HR 19 mei 2000, NJ 2000, 639 m.nt. ARB (Staat/Den Haag). Zie verder ABR RvS 16 juni<br />
1995, Gemeentestem 7035 (1995), 2 (Moergestel); AR RvS 30 augustus 1985, AB 1986, 243<br />
m.nt. Lubach (Rabobank Stompwijk); ABR RvS 1 februari 1995, Gemeentestem 7013<br />
(1995), 8 (Bussumse kapvergunning); ABR RvS 16 november 1995, AB 1996, 288 m.nt.<br />
Jurgens (Gedogen Woerden); ABR RvS 4 augustus 1998, JB 1998, 218 (Schragen). Zie<br />
tevens Ten Berge, p. 230-233; Simon 1994, p. 156-159 en 163; G.A. van der Veen 1997, p.<br />
463-467; Van Wijk-Konijnenbelt, nr. 6.55, 6.56 en 6.108. Zie ten aanzien van de<br />
onmogelijkheid van het bedingen van een aanzienlijke verhoging van een erfpachtscanon<br />
voor het afgeven van een splitsingsvergunning HR 24 april 1981, NJ 1982, 84 m.nt. WMK<br />
(Strauss/Amsterdam).<br />
79 . In zekere zin lijkt dat ook te gelden voor een exoneratieclausule, nu de vergunninghouder<br />
dan weliswaar niet hoeft in te staan jegens de overheid voor aanspraken van derden, maar<br />
wel voor nadelige gevolgen van overheidshandelen in zijn eigen vermogen. De vraag is of dat<br />
verschil een geheel andere benadering rechtvaardigt.<br />
80 . Overigens is van het opnemen van dergelijke voorwaarden ook niet gebleken.<br />
38