Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5.4 WOB-informatie<br />
5.4.1 WOB-informatie kent waarschijnlijk met name het risico van inbreuk op rechten van<br />
derden, zoals intellectuele eigendomsrechten en reputatieschade. Privacy-schendingen en<br />
bedrijfsschade door het openbaren van bedrijfsgeheimen zouden hier eigenlijk niet kunnen<br />
of mogen voorkomen, omdat de privacy en de aanwezigheid van (geheime)<br />
bedrijfsgegevens reeds gewogen zijn bij de beoordeling of de WOB-informatie wel<br />
geopenbaard zou moeten worden, gezien de art. 10 lid 1c en lid 2e WOB. 163 Indien de<br />
betreffende informatie inderdaad op basis van de WOB geopenbaard mocht en moest<br />
worden, zal die openbaring moeilijk (op die grond) later toch nog als onrechtmatig<br />
bestempeld kunnen worden, zo lijkt het. In het geval dat een rechter de weigering van<br />
een bestuursorgaan bepaalde informatie aan burgers ter beschikking te stellen heeft<br />
vernietigd, zou dat scenario in elk geval een conflict tussen twee uitspraken van twee<br />
rechters opleveren, hetgeen in beginsel vermeden dient te worden. Dat scenario lijkt zich<br />
in de praktijk ook niet snel te zullen voordoen omdat wanneer het verstrekken van<br />
informatie onrechtmatig zou zijn, krachtens art. 10 lid 2 onder g WOB de verstrekking<br />
ervan kan worden geweigerd omdat dit onevenredig nadeel toebrengt aan degenen op wie<br />
de informatie betrekking heeft.<br />
5.4.2 Een risico zou verder nog kunnen schuilen in het gegeven dat de te verstrekken informatie<br />
nog onbewerkt is op het moment dat de openbaring moet volgen en dat deze informatie<br />
daarmee onrechtmatig is qua vorm of formulering, doch niet zozeer vanwege een<br />
vermeende onjuistheid van de inhoud.<br />
163 . Deze afweging is ook uitputtend in die zin dat niet daarnaast nog aan de criteria van de Wbp<br />
behoeft te worden getoetst. Verplichte verstrekking op grond van de WOB leidt dus niet tot<br />
schending van de Wbp (of art. 8 EVRM). Zie MvT, Tweede Kamer, vergaderjaar 1997-1998,<br />
25 892, nr. 3, p. 43. Zie omtrent het verschil tussen de WOB en de Wbp MvT, Tweede<br />
Kamer, vergaderjaar 1998-1999, 26 410, nr. 3, p. 5. Een vergelijkbare benadering lijkt ook<br />
mogelijk bij andere verplichtingen tot openbaarmaking, zoals art. 68 Gw. Vergelijk omtrent<br />
die beoordeling ABR RvS 16 januari 1997, JB 1997, 26.<br />
Art. 10 lid 1c WOB luidt: 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft<br />
achterwege voor zover dit:<br />
(…)<br />
c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen<br />
vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld.<br />
Art. 10 lid 2 WOB luidt: 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens<br />
achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:<br />
(…)<br />
e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;<br />
(...)<br />
g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid<br />
betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.<br />
66