06.12.2012 Views

Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen

Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen

Rapport definitief herziene versie - Ivo Giesen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

4.6.3 Ten aanzien van reputatieschendingen daarentegen geldt dat geen hoge eisen worden<br />

gesteld aan het bewijs van het causale verband. 142 Dat geldt in het bijzonder indien sprake<br />

is van het verstrekken van onjuiste informatie. Bij onjuiste mededelingen die tot<br />

reputatieschade leiden, lijkt met de onjuistheid van de mededeling het bestaan van<br />

causaal verband uit de aard van het getroffen belang te kunnen worden afgeleid. 143<br />

Daarvan uitgaande is het bewijs van causaal verband derhalve eenvoudig te leveren.<br />

Weliswaar zal direct geldelijk verlies veelal moeilijk zijn aan te tonen, maar in het<br />

algemeen lijkt wel de conclusie te kunnen worden getrokken dat op zijn minst enige<br />

immateriële schade is geleden. 144<br />

4.7 Relativiteit<br />

4.7.1 Ten aanzien van het in art. 6:163 BW gestelde relativiteitsvereiste (4) lijken voor het<br />

geven en verzamelen van informatie door de overheid geen bijzondere normen te<br />

gelden. 145 Wij zullen nog zien dat dit in enkele buitenlandse rechtsstelsels anders ligt. Een<br />

redenering die aan het relativiteitsvereiste doet denken, is echter wel terug te vinden in de<br />

discussie over de aansprakelijkheid voor specifieke respectievelijk algemene inlichtingen.<br />

4.7.2 Voorts kan men zich afvragen of hierbij van belang is met welk doel de informatie wordt<br />

verzameld en aan een burger wordt verstrekt. Dat lijkt het geval. In de casestudies zal<br />

nog nader worden uitgewerkt dat het verstrekken van informatie in het algemeen met een<br />

bepaald doel geschiedt en deze informatie daarmee niet zonder meer geschikt is voor<br />

ander gebruik. Zo kan een dieptemeting van de Westerschelde met het oog op de<br />

bevaarbaarheid ervan nauwkeurig genoeg zijn, terwijl dit voor ander gebruik – de<br />

vaststelling van de diepteligging van een mosselperceel – niet geldt. Voor het andere<br />

gebruik kan de informatie onjuist zijn omdat deze een te grote afwijking bevat. Nu de<br />

informatie echter niet met het oog op dat doel is verzameld, lijkt de overheid voor<br />

dergelijke onjuistheden op grond van art. 6:163 BW niet aansprakelijk te zijn.<br />

Aangenomen kan worden dat de norm, dat in beginsel aansprakelijkheid bestaat voor het<br />

verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie, niet strekt ter bescherming tegen de<br />

schade die wordt geleden door een gebruik van de informatie buiten het doel waarvoor<br />

deze is verstrekt. Dat is in die zin redelijk dat bijvoorbeeld denkbaar is dat de<br />

voorzienbaarheid van schade aanmerkelijk verschilt al naar gelang de groep<br />

informatiegebruikers. De wijze waarop informatie tot schade kan leiden bij de<br />

geadresseerden, die de informatie gebruiken conform het doel waarvoor deze is verstrekt,<br />

142 . Lindenbergh 1999, p. 1690.<br />

143 . Zie <strong>Giesen</strong> 2001, p. 278.<br />

144 . <strong>Giesen</strong> 2001, p. 307.<br />

145 . Vergelijk HR 6 februari 1987, AB 1987, 272 m.nt. FHvdB (Den Haag/Aral). Vergelijk<br />

daaromtrent verder Van Angeren 1998, p. 108-116; De Haan/Drupsteen/Fernhout, p. 392.<br />

56

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!