22.08.2013 Views

NIEUWE BLIK OP KIP EN KNIK - Bouwen met Staal

NIEUWE BLIK OP KIP EN KNIK - Bouwen met Staal

NIEUWE BLIK OP KIP EN KNIK - Bouwen met Staal

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

H 8 Toets op sterkte en stijfheid<br />

beide sinusvormig blijven. Daardoor blijven de verhoudingen van het totale torsiemoment (en<br />

dus ook de som van de flensbuigingsmomenten) tot de maximale uitbuiging dezelfde als bij<br />

een gaffeloplegging.<br />

Aan (B3.51b) is te ontlenen dat de som van flensbuigingsmomenten kan worden verdeeld<br />

over:<br />

- ingeklemd steunpunt: 1/3 deel<br />

- het midden van de staaf: 2/3 deel.<br />

Dus <strong>met</strong> (8.29) betekent dat:<br />

- bij de inklemmingen:<br />

FEzh M z2; fl =− 2<br />

6kM<br />

1 y1 *<br />

nz<br />

*<br />

nzM<br />

M z<br />

(8.32)<br />

- in het midden van de staaf :<br />

FEzh M z2; fl = 2<br />

12k<br />

M<br />

*<br />

nz<br />

*<br />

n<br />

M z<br />

(8.33)<br />

figuur 8.3<br />

1 y1 zM<br />

Deze momenten moeten worden opgenomen door: Wflz =0,5 Wz zodat beide zijn te<br />

superponeren als een toeslag op M z 2 . Bij de inklemming, waarϕ = 0 geldt (bij afwezigheid<br />

van een 1 ste -orde belasting in de y-richting) dus ook: Mz2 =0. Maar vanwege de grote waarde<br />

van My1 is superpositie van (8.32) in (8.01) toch nodig. In het midden van de staaf geldt de<br />

procedure volgens (8.27), (8.28) en (8.33).<br />

De tekens voor de berekening van de maximale spanningen zijn verder niet van belang omdat<br />

in elke flens zowel buigdruk- als buigtrekspanningen voorkomen, zodat kan worden volstaan<br />

<strong>met</strong> het berekenen van de absolute waarden.<br />

Voor de (eventuele) berekening van de 'zuivere' torsiespanningen zie (8.22) en van zijdelingse<br />

belasting zie (8.27).<br />

8.2.3 Doorgaande staven op meer steunpunten<br />

Van twee aansluitende velden kunnen de uitbuigingen in de ongesteunde 'zwakke' richting en<br />

rotaties antisym<strong>met</strong>risch zijn. Daardoor kunnen in de aansluitende staven de uitbuigingen v en<br />

de rotaties ϕ tegengesteld zijn Zie figuur 8.3.<br />

129

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!