Untitled - Acehbooks.org

— 96 —
van den Soesoehoenan, besloten, naar Kediri, de hoofdzetel
van Troena Djaja en dus het brandpunt van den opstand,
op te rukken, daar, door den val van deze plaats, de kans
op hel herstel der rust grooter zou wezen dan wanneer men
eerst naar Mataram oprukte, hetgeen Hurdt den Soesoehoenan
had voorgesteld. Er werden afgezanten naar pangeran Poeger
gezonden, om hem uit te noodigen, zijne troepen met die des
Soesoehoenans te vereenigen. Deze keerden onverrichter
zake terug met het bericht, dal pangeran Poeger eiken inval
in Mataram gewapenderhand wilde beletten en dat de tijding
onder het volk verspreid was, dat de soesoehoenan Amangkoerat
overleden was.
Aan den kapitein Tak werd nu opgedragen met 4 compagniën
Europeesche en inlandsche ruiterij, zuidwaarts van
het Lawoegebergte, de rechterflank der hoofdmacht Ie dekken.
Den 27" en September werd de marsch voortgezet ; bij
Vloerong stiet de colonne op den vijand, die terugtrok en
ook Djagaraga in hare handen liet. Van Djagaraga werd
verder opgerukt naar Padjang, alwaar de kapitein Tak, die
in verscheidene ontmoetingen den vijand had teruggedreven,
zich weder bij de hoofdmacht aansloot. Den 6 dpn October
trok de vereenigde macht de Bengawan of Solo-rivier over.
Was de marsch tot nu toe, ofschoon zeer vermoeiend, door
den geregelden aanvoer van vivres gunstig geweest, na