Untitled - Acehbooks.org

— 27
Sultan welwillend ontvangen, die Frederik De Houtman met
zijne medegevangenen in vrijheid stelde en den Zeeuwen vergunning
gaf, eene handelsfactorij te stichten.
Namens den Stadhouder sloot Bastiaansz. een vriendschapsverdrag
met den Sultan, die twee gezanten medezond om
brieven en geschenken aan prins Maurits over te brengen.
Een dezer afgevaardigden overleed op reis, de andere
bezocht den Prins in het belegeringskamp voor Grave. De
vloot van Bastiaansz. bezocht nog Patani en nam met Van
Neck de terugreis aan.
Nadat de Oude Compagnie zich met de Nieuw-Brabantsche
vereenigd had, werd door deze Maatschappij in 1601
eene vloot van 13 schepen uitgerust, onder het bevel van de
admiraals Jacob Van Heemskerck en Wolphert Hermansz.
Deze laatste, welke met vijf schepen vooruitgezeild was, kwam
op het einde van 1601 in straat Soenda en vernam daar dat
de vloot van De Mendoça de reede van Bantam blokkeerde
met eene macht van 30, zoo groote als kleine oorlogsschepen.
Maar de overmacht kon dezen stouten zeevaarders geene schrik
inboezemen. Met zijne vijf schepen nam Hermansz. twee
galeien, boorde er drie in den grond en den l sten Januari
1602 ruimde De Mendoça de zee voor de Hollanders.
Naar de Molukken gestevend, sloot Hermansz. een verdrag
van alleenhandel in specerijen met den Sultan van Ternatc.
Inmiddels was ook De Mendoça met zijne vloot naar Amboina
gestevend en had dit eiland verwoest. Wolphert Hermansz.,
om hulp aangezocht door de inboorlingen, vermeende
de belangen zijner reeders niet in de waagschaal te mogen
stellen en vertrok met eene rijke lading huiswaarts; op zijne
terugreis moest hij zich bij de Açorische eilanden door eene
vloot van twaalf Spaansche schepen heenslaan. Jacob Van
Heemskerck, keerde door tal van wederwaardigheden, niet
vóór 1603 in het vaderland terug. Te Demak werd hij
opgehouden door het gevangennemen van eenige zijner