Untitled - Acehbooks.org

— 299 —
een aanval op de hoofdplaats, waarin hij door tijdig genomen
maatregelen verhinderd werd. Daar Wangkang's aanhang
toenam, werd er versterking van troepen aangevraagd,
welke in December 1870 te Bandjermasin aankwam, bestaande
uit een half bataljon infanterie onder den majoor P. R. De
Rochemont. Het vijandelijk hoofd hield zich op in de Bedandan
vlakte, waarop de luitenant-kolonel Schultze, militaire
commandant te Bandjermasin, maatregelen nam om die vlakte
af te sluiten en den vijand daar aan te tasten. Veel diensten
bewezen hierbij bevolkingspatrouilles en de hulptroepen van
Soeta Ono. Den 26 8ten December werd Wangkang in zijne
versterking aan den Simpang Doerachman aangevallen, welke
door onze troepen genomen werd, terwijl het later bleek
dat Wangkang bij deze gelegenheid gesneuveld was.
Een ander hoofd Goesti Mohamat, die zich op het eilandje
Mengkatip ophield, werd hier door eene Dajaksche patrouille
aangevallen en bij de verdediging afgemaakt.
In Januari 1874 braken er weder onlusten uit aan de
Kapoeas te Loeboeh-Lanah. De assistent-resident van Sintang
Stoll, met een detachement derwaarts vertrokken, kon de
opstandelingen niet tot rede brengen en werd voor de vijandelijke
versterkingen gewond, aan welke verwonding hij
overleed. Nu werd een krachtiger optreden noodzakelijk
en in Februari rukte de luitenant-kolonel P. R. de Rochemont
met eene colonne van 200 man uit Sintang tegen de vijandelijke
versterkingen op, die achtereenvolgens genomen werden,
waarop verscheidene hoofden in onderwerping kwamen.
De rust werd verder op Borneo niet verstoord en in 1877
het bestuur in de Z. en O. afdeeling gereorganiseerd.
De eigenaardige verhouding waarin het Gouvernement tol
de vorsten op Celebes staat, gedeeltelijk als souverein, maar
ook gedeeltelijk als leenheer en bondgenoot, maakt het bestuur
over deze bezitting zeer moeilijk. Na de fnuiking van