Untitled - Acehbooks.org

146 -
pagnie's troepen de hoofdstad van Mataram binnen, de vorsl
van Madoera ontruimde haar zonder verzet, en Pakoe Boe-
wana werd op den troon hersteld.
De opstand der Chineezen liep nu ten einde; gebruik ma-
kende van den termijn van drie maanden, welke hun gesteld
werd om zich te onderwerpen, legden verscheidene hoofden
de wapens neder en in October 1743 gaf ook Mas Grendi
zich te Samarang over. Den ll den November 1743 kwam een
nieuw verdrag met den Soesoehoenan tot stand, waarbij hij
der Compagnie het recht toekende, zich in de binnenlandsche
aangelegenheden van Mataram te mengen, daar de rijksbe-
stuurder en de slrandregenten den eed van trouw aan de 0.
[. Compagnie moesten afleggen, en voortaan niet benoemd
of ontslagen mochten worden, dan na goedkeuring van de
Regeering te Batavia.
De Soesoehoenan stond verder aan de Compagnie in eigen-
dom af: het geheele eiland Madoera, den oosthoek van Java
van af Pasoeroewan, Soerabaja met zijne regentschappen,
Hembang en Japara met de djatibosschen, benevens 600
roeden lands langs hel geheele strand van Java. Behalve dezen
afstand in grondgebied, stond de vorst aan de Compagnie het
recht van de munt en hel ontginnen der mijnen in zijn rijk
toe, beloofde hel benoodigde timmerhout te zullen leveren en
de verschillende cultures uit te breiden. Eindelijk moest de
Soesoehoenan op zich nemen, hel fort te Kartasoera en de
veldschansen op den weg naar Samarang te laten herstellen,
welke eene vaste bezetting /.ouden krijgen van 300 man
voetvolk en 50 ruiters, dan wel in stede van de laatsten, nog
100 man voetvolk. Verdere bepalingen van het verdrag
regelden het betalen der oorlogskosten en het vereffenen
der bestaande schulden. Hel volgende jaar verplaatste de
Soesoehoenan zijn zetel naar Solo, welke plaats den naam
kreeg van Soerakarla di Ningrat en sedert dien tijd de resi-
dentie gebleven is.