Untitled - Acehbooks.org

— 273 —
gebied zulks was voorgevallen. De toepassing van dit recht
had in 1841 eene zending van den commissaris Koopman ten
gevolge, die met de voornaamste vorsten van Bali, die van
Boleleng, Karang Asam en Klongkong, verdragen sloot, waarbij
zij beloofden het Nederlandsche oppergezag te erkennen
en het kliprecht niet meer te zullen uitoefenen. De schending
dezer beloften maakte in 1843 eene nieuwe zending noodzakelijk
en de behandeling, welke de Resident van Besoeki, die
als Commissaris gezonden was, van de vorsten ondervond,
deed de noodzakelijkheid blijken, hen de macht van het Gouvernement
te doen gevoelen.
In Juni 1846 werd een expeditionnair korps ter sterkte van
1700 man onder bevel van den luitenant-kolonel Bakker naar
Bali ingescheept op eene vloot van 40 schepen, bewapend met
115 vuurmonden en bemand met 1200 koppen onder bevel van
den schout-bij-nacht Van den Bosch ; de resident van Besoeki
Major trad als Regeerings-Commissaris op.
Den 17 den Juni kwam de vloot voor Boleleng aan en had
de landing plaats; wel boden de Balineezen reeds aan het strand
en later in de versterkte kampong Boleleng geduchten tegenstand
, zoodat de eerste aanval op deze plaats mislukte,
toch waren zij bij een tweeden aanval van onze zijde genoodzaakt
hunne positie te ontruimen en boden hunne onderwerping
aan, toen ook de hoofdplaats Singa-radja veroverd
was geworden.
De vorsten traden in onderhandeling met den gouv.-gen.
Rochussen, die juist op Bali was aangekomen, verbonden
zich tot het slechten der versterkingen, het betalen van 300,000
gulden oorlogskosten, het zenden van een jaarlijksch gezantschap
naar Batavia, terwijl zij mede er in toestemden, dat te
Boleleng een fort werd gebouwd met 200 man bezetting, welke
door hen van levensmiddelen zou worden voorzien.
De vorsten handelden echter niet ter goeder trouw, kwamen
geene enkele der bepaalde voorwaarden na, plunderden ge-
18