Untitled - Acehbooks.org

- 180 —
zes vermeerderd, welke een afzonderlijk departement van de
Kamer van Zeventienen vormden, het Departement voor de
Indische zaken, genaamd. Ver-schillende plannen tot verbetering,
ook van den militairen toestand, werden nu beraamd
en door eene staatscommissie werd een onderzoek naar den
financiëelen toestand der Compagnie ingesteld. Uit het verslag
dier commissie bleek, dat de schuldenlast in 1790 tot 85
millioen gulden was gestegen, terwijl steeds meer geld door
de Bewindhebbers ter leen werd gevraagd, on. aan de aanjagen
uit Indië te kunnen voldoen. Als middelen tot herstel
van den onguustigen toestand, stelde de commissie voor bezuinigingen
in Indië en Nederland en invoering van nieuwe
belastingen in Indië. De toestand in Indië bleek der commissie
allertreurigst te zijn, door de oneerlijke praktijken der
Compagnie'« dienaren en de zwakheid der Hooge Regeering.
Zij verklaarde zich voor het invoeren van hervormingen
m Indië, als: opheffing van het monopoliestelsel, behalve" in
enkele artikelen, opheffing van overtollige kantoren, het hellen
van ambtgeld en ten slotte ried zij als haar oordeel aan, eene
buitengewone commissie naar Indië te zenden, om die hervormingen
in te voeren. Aan dit laatste voorstel werd met
toestemming van de Algemeene Staten uitvoering gegeven en
m Augustus 1791 werd door den stadhouder WillemV de
commissie samengesteld uit den eersten advocaat der Compagnie
Mr. Nederburgh, den kapite.n-.er-zee Fresenius, terwijl
de gouv.-gen. Alling en de directeur-generaal Van Stokkum
m Indie als leden dier commissie zouden optreden. Zij kregen
den titel van Commissarissen-Generaal en hun werd eene
m.gebreide volmacht tot handelen gegeven, met de uitoefening
van het opperste gezag. Op het einde van 1791 vertrokken
Xederburgh en Freijkenius en kwamen in Juni 1792 in de
Kaapkolonie aan.