Untitled - Acehbooks.org

— 72
fcarèl Reiniersz. als zijn opvolger op, terwijl, zooals boven
reeds gezegd is, Caron als Dir-Gen. ontslagen en vervangen
werd door Joan Maetsuijker.
Daar de opgetreden landvoogd en met hem de meeste leden
van den Raad van Indië, tegen het bevorderen van den
vrijen handel en het uitzenden van volkplantingen adviseerden,
vaardigde de Kamer van Zeventienen in 1650 eene
nieuwe instructie, bekend onder den naam van „Generale
Instructie," uit, waarbij niet alleen tot het oude stelsel van
alleenhandel werd teruggekeerd, maar bovendien nog gestrengere
bepalingen waren gemaakt, om den particulieren handel
Ie belemmeren. Onder meer, werd er bij die instructie ook
bepaald, dat er eene vreedzame staatkunde tegenover de
Javaansche vorsten gevoerd moest worden, maar dat Batavia
ten allen tijde van 1200 man bezettingstroepen moest voorzien
zijn. Deze instructie heeft tot den val der Compagnie
tot grondslag der regeeriug gestrekt.
In 1652 verwekte de houding van den Soesoehoenan weder
achterdocht, daar hij in strijd met de vredesbepalingen
den uitvoer van rijst uit zijne kuststreken verbood. Rijklof
Van Goens, die nu aan het hoofd van een gezantschap
naar .Mataram vertrok, ging met zooveel tact tegenover den
Soesoehoenan te werk, dat hij niet alleen de opheffing van
het verbod verkreeg, maar zelfs meerdere voordeden voor de
Compagnie verwierf.
Onder de werken des vredes, tijdens het bestuur van Reiniersz.
tot stand gekomen, verdient vermelding de stichting
van eene volkplanting aan de kaap de Goede Hoop in 1652.
op welke plaats Jan Antonie Van Riebeek de aandacht der
Regeering gevestigd had. Hierdoor w r erd het bezit van
Mauritius, als aanlegplaats voor de schepen, voor de Compagnie
van minder belang en werd dit eiland dan ook verlaten.
Korten tijd na het optreden van Reiniersz. als landvoogd,
braken er in de Molukken onlusten uit tegen den Sultan van