Untitled - Acehbooks.org

— 46 -
Regent, de loge te Jakatra in staat van verdediging te brengen
; hij liet batterijen opwerpen en bewapenen, om op alle
gebeurtenissen voorbereid te zijn. De Regent van Jakatra
huichelde wel vriendschap, maar Coen wist in hoeverre hij
zich daarop verlaten kon.
In Juni 1618 had Coen zijne aanstelling tot Gouverneur-
Getieraal ontvangen, doch bleef in den beginne den titel van
Directeur-Generaal voeren, wijl Reael nog in de Molukken
was. De bewindhebbers hadden Coen opgedragen den Raad
van Indië te hervormen, die voortaan uit negen leden
zou bestaan, waaronder een bekwaam krijgsoverste en een
ervaren zeeman; vier dier leden waren de Vice-Gouverneurs
van Coromandel, Ternate, Amboina en Banda ; tevens was hem
den last gegeven, de Engelschen in hunne pogingen tot uitbreiding
tegen te gaan.
Bij het optreden van dezen Gouv.-Gen. naderen wij het
tijdperk, waarin de strijd tusschen de Nederlandsche en Engelsche
Maatschappijen beslist wordt. Reeds sedert 1611,
hadden de regeeringen van beide landen getracht, eene verzoening
tusschen de beide Maatschappijen tot stand te brengen.
Daartoe waren over en weder gezantschappen gezonden, doch
men kon niet tot eensgezindheid geraken, daar de Engelschen
als hun gevoelen vooropstelden, dat de vaart op Indië vrij
moest zijn voor elke natie, terwijl de Nederlandsche bewindhebbers
beweerden, dat de Engelschen op die wijze de vruchten
zouden plukken, van hetgene de Nederlanders met groote
opofferingen verworven hadden, dat hun monopolie reeds
gevestigd was in de Molukken, en dat de vrije vaart op Indië,
het herstel van het Spaansch-Portugeesche gezag ten gevolge
zou hebben. Daar de Engelschen van een of- en defensief
verbond tegen de Spanjaarden niets wilden weten, liepen de
onderhandelingen in Europa op niets uit, en werd de strijd
in Indië voortgezet.