Untitled - Acehbooks.org

— 18
terugkomst in 1594, eenige burgers en kooplieden te Amsterdam
zich tot eene vennootschap vereenigden en aan de
Staten van Holland octrooi verzochten voor de vaart op
Indië, om de kaap de Goede Hoop. Niet alleen verleenden
deze het octrooi bereidwillig, maar voorzagen de schepen
zelfs van geschut en ammunitie.
Tot dezen eersten tocht werd eene vloot van vier schepen
uitgerust, bemand met 250 koppen. Wel was deze bemanning,
met het oog op eene mogelijke ontmoeting met de
Portugeezen en Spanjaarden gering in aantal, doch het waren
mannen, tuk op avonturen en voor geen klein gerucht
vervaard. Als opperste stuurman werd door de vennooten
aangesteld Pieter Dircksz. Keijzer en als opperste commies
Gornelis De Houtman; deze verdeeling van gezag was
oorzaak van vele oneenigheden gedurende de reis.
Den 2 den April 1595 zeilde deze vloot uit Texel en juist
vier maanden later bereikte zij de kaap de Goede Hoop,
alwaar o-eankerd werd om ververschingen in te nemen voor
de zieken, daar vele schepelingen door de scheurbuik waren
aangetast.
Na een oponthoud van negen dagen, stevende de vloot
oostwaarts en bereikte den 3 den September Madagaskar, waar
velen der bemanning hun graf vonden op een eilandje, sedert
het Hollandsche kerkhof genoemd.
Van Madagaskar oostwaarts zeilende, besloten de opperhoofden
al spoedig, wegens het toenemende aantal zieken
en tegenwinden naar dit eiland terug te keeren, waar zij
nu vijf maanden bleven vertoeven en door de inboorlingen
van levensmiddelen werden voorzien Het scheepsvolk kon
echter niet in vrede met de bevolking leven zoodat den
12 d< " Februari 1596 besloten werd de reis te hervatten. Nu
echter was de oostmoesson doorgebroken zoodat bet tot den
5