Untitled - Acehbooks.org

— 210 -
de door Daendels gesloten leeningen, zoo was deze handeling
wederrechtelijk en kon alleen verdedigd worden,
wanneer de volstrekte onmogelijkheid gebleken was, om
ze voor de Engelschen in veiligheid te brengen.
Den 4 don Augustus landde de kolonel Gillespie, onder bescherming
der kanonneerbooten, met de voorhoede ter
sterkte van 1000 man, zonder bemoeilijkt te worden en nam
stelling om de ontscheping der overige troepen te dekken,
welke ongestoord plaats had. Wel was er uil het Fransche
kamp eene verkenning onder bevel van den brigadier Von
Lützow uitgezonden, doch deze was niet verder gekomen
dan de brug van Antjol en keerde den volgenden dag terug,
alleen een post bij de brug achterlatende. Onmiddelijk na
de landing vaardigde Lord Minto eene proclamatie aan de Nederlanders
op Java uit, w r aarin alleen de vernietiging der Fransche
strijdmacht als hoofddoel der expeditie werd voorgesteld en zij
uitgenoodigd w r erden, zich onder Britsche bescherming Ie
stellen.
Het voornemen der Engelschen was over Tjakong op
Meester-Cornelis aan te rukken, doch toen de troepen bij
den opmarsen op den 5 den Augustus de bezwaren van het
terrein en klimaat ondervonden, werd dit plan gewijzigd
en besloten eerst naar Batavia op te rukken. Om dien tocht
voor te bereiden, deed de kolonel Gillespie den 6 den Augustus
eene verkenning tot Tandjong Priok. Van Fransche
zijde werd niets gedaan om dien opmarsch te verhinderen;
alle troepen waren in het versterkte kamp Ie Meester-Cornelis
teruggetrokken, alwaar zich ook de Gouv.-Gen. bevond, die
de Hooge Regeering naar Tjiseroa bij Buitenzorg verplaatst
had. Het detachement, dat de brug van Antjol bewaken
moest, trok in den avond van den 7 den terug, toen de Engelschen
dien dag de rivier met booten w r aren overgetrokken. De
Engelschen rukten met omzichtigheid voorwaarts, wellicht
vreezende in eene hinderlaag te vallen. In den morgen van