Untitled - Acehbooks.org

— V25 —
machtigste pretendent, gesteld, waardoor de Regeering de
meeste waarborgen kreeg voor het behoud harer rechten,
en in Tjeribon, waar twee van de vorsten overleden waren,
werd het gebied onder vier vorsten of regenten verdeeld.
De Preanger gewesten waren in 1703 in opschudding
gebracht door een Mahomcdaansch priester, van Giri afkomstig;
door de troepen der Compagnie vervolgd, week
hij naar Bagelen en werd op last van Pakoe Boewana
gevangen genomen en ter dood gebracht. Tot hoofd
der Preanger gewesten, namens de CompagrrTe, werd een
Tjeribonsche prins, Arija Tjeribon genaamd, aangesteld,
die dit land volgens de Javaansche wetten moest besturen,
terwijl de handelingen der hoofden gecontroleerd zouden
worden door ambtenaren der Compagnie, welke als inspecteurs
rondreisden.
Zoolang echter Soerapati niet ten onder was gebracht,
zou de rust op Java niet hersteld worden. Dit begreep de
Regeering en haar plan was dan ook Soerapati, die den titel
van Raden Adipati Wira Negara had aangenomen en te
Pasoeroewan als vorst over den Oosthoek zetelde, aan het
gezag van Pakoe Boewana te onderwerpen. Om Adipati
Anom zooveel mogelijk te sparen, werden in het geheim
afgezanten tot dezen gezonden, die hem de bescherming dei-
Compagnie en zelfs het gebied over eenige landstreken beloofden,
mits hij afstand wilde doen van zijne rechten op
den troon van Mataram; doch Adipati Anom, gesteund door
Soerapati, weigerde zijn oom als Soesoehoenan te erkennen.
Eene expeditie tegen Soerapati werd nu uitgerust en het
bevel er over opgedragen aan den majoor Knol, die zich
vooraf naar Kartasoera begaf, om persoonlijk met den Soesoehoenan
het plan voor den veldtocht te bespreken en op
ondersteuning aan dragers en leeftocht aan te dringen. De
macht waarmede de majoor Knol den 9' 1 September 1706
uit Soerabaja tegen Soerapati oprukte, bedroeg 930 Europe-