Untitled - Acehbooks.org

— 293 —
§ 4. HET TIJDPERK DER REGEERING VAN
DE GOUVERNEURS-GENERAA_L M>. L. A. J.
W. SLOET VAN DE BEELE—1866. M r .
P. MUER—1872, M r . J. LOUDON—1875
EN Mr. J. W. VAN LANSBERGE.
VOORTGAANDE UITBREIDING VAN
HET NEDERLANDSCHE GEZAG
OP DE BUITENBEZITTINGEN
EN ONTWIKKELING DER
KOLONIËN. 1862 — 1878.
Op eene enkele uitzondering na, bepalen zich de krijgsgebeurtenissen
in het laatste tijdperk dat ter beschouwing
overblijft, óf tot het onderdrukken van de pogingen van enkele
eerzuchtige hoofden, om zich aan het Nederlandsche gezag
te onttrekken en kunnen dus aangemerkt worden als
naklanken van de belangrijke tochten, welke wij in een vorig
tijdperk behandeld hebben, dan wel tot bevestiging van ons
gezag, door het tegengaan van zeeroof en slavenhandel en het
sluiten van nieuwe tractaten.
In de eerste plaats vereischen de gebeurtenissen op het eiland
Sumatra onze aandacht, waar op de Westkust, in October
1862, de betrekking van Gouverneur aan een civiel hoofdambtenaar
was opgedragen geworden. Daar was het, dat in
October 1863 hel programma van den gewezen gouverneur
Van Swieten voltooid en een einde gemaakt werd aan den
slavenhandel en kinderroof op het eiland Nias, vooral door
Atjehsche zeeroovers op de meest drieste wijze gevoerd.
In het begin van 1863 werd eene kleine colonrte onder
den luitenant-ter-zee Spanjaard door den Gouverneur van
Sumatra's Westkust naar Nias gezonden, om Leulawaoe, alwaar
volgens ingekomen berichten een slaven-depót zou gevestigd
zijn, aan te tasten. De troepenmacht bleek bij de