Untitled - Acehbooks.org

— 122 —
een gezantschap te doen overbrengen en zonder een woord
te reppen over de bestaande tractaten. De beslissing hoe in
deze te handelen werd door de Regeering verschoven, daar
zij met verdeeldheid in eigen boezem te strijden had.
De Bewindhebbers, niet tevreden met het bestuur van Van
Outhoorn, onder wien tal van misbruiken waren toegenomen
en de nadeelen eener familieregeering duchtende, daar Van
Outhoorn de schoonvader van den directeur-generaal Van
Hoorn was, hadden reeds in 1701 eerstgenoemden eervol
ontslagen en Van Hoorn tot zijn opvolger benoemd. Deze
weigerde echter die waardigheid te aanvaarden en eerst
op herhaalden aandrang van het opperbewind, nam Joan
Van Hoorn in Juli 1704 de landvoogdij over, terwijl Abraham
Van Riebeeck tot Directeur-Generaal van den handel benoemd
werd. In 1706 trad Van Hoorn voor de tweede maal in
het huwelijk en wel met de dochter van Van Riebeeck, waardoor
de argwaan der Bewindhebbers weder werd opgewekt.
Pangeran Poeger, de oom van Adipati Anom, die uit Mataram
gevlucht was, kwam zich in Maart 1704 te Samarang
onder de bescherming stellen van Knol, bevelhebber der Compagnie's
troepen aldaar. Adipati Anom, die nu beducht begon
te worden voor het verlies zijner heerschappij , trachtte
pangeran Poeger in zijne macht te krijgen; maar noch de
pogingen om Knol om te koopen, noch het zenden van een
gezantschap naar Batavia, dat nu de vroegere tractaten kwam
erkennen, mochten iets baten, -want toen de Regeering dooiden
afval van den vorst van Sampan, Groot-Gouverneur der
Oosterstranden en van den Regent van Soerabaja de zekerheid
gekregen had, dat vele rijksgrooten pangeran Poeger
als wettigen vorst erkenden, besloot zij, uit eigenbelang, dezen
op den troon van Mataram te plaatsen. Den 6 d0n Juli 1704
werd pangeran Poeger te Samarang door den gouverneur van
Java's oostkust, Van Rheede, als Soesoehoenan van Mataram
gehuldigd, onder den titel van Pakoe Boewana.