Untitled - Acehbooks.org

231 —
e had gekregen en bood ze zelfs der Engelsche
Regeering aan, welke hem echter gelastte Bandjermasin te
verlaten.
Van Mangkasar wenschten de Engelschen gaarne ontslagen
Ie worden, wegens den heerschenden oorlogstoestand. Reeds
in October 1816 hadden dan ook de Nederlandsche gevolmachtigden,
Chassé en Kriiijthoff, welke laatste als Gouverneur
optrad, dezen post, welke almede in een zeer verwaarloosden
toestand verkeerde, overgenomen. De vijandelijkheden met
Boni hielden nu wel op, maar de toestand bleef gespannen,
wijl Aroe Palakka de suprematie over Celebes beoogde. Tot
Mangkasar behoorde ook Timor, terwijl Gorontalo en Menado
onder hel bestuur van den Resident van Ternate kwamen
en dus tot het gebied der Molukken bleven behooren.
De overname der overige bezittingen duurde langer, omdal
zij niet lot het gebied van den Luitenant-Gouverneur behoorden.
In het begin van 1817 namen de Nederlandsche commissarissen
Engelhard en Van Middelkoop, \mboina en Banda over;
tusschen de wederzijdsche gemachtigden rezen geschillen over
de perkslaven, daar de Engelsche hen als eigendom van het
Gouvernement en de Nederlandsche als dat der perkeniers
beschouwden; de beslissing in dezen werd aan de Regeeringen
in Europa overgelaten.
Van Braam, in Juni 1817 als commissaris naar Voor-Indië
gezonden, om aldaar de posten, welke sedert het einde deivorige
eeuw reeds in het bezit der Engelschen waren, over
Ie nemen, kon met de Britsche gemachtigden niet tol een
vergelijk komen, omtrent het herstel van de vroegere rechten
der Nederlanders, zooals het monopolie in lijnwaden, den
uitvoer van opium en salpeter en hel recht der parelvisscherijen
op de kust van Coromandel, waarom ook ten dezen