Untitled - Acehbooks.org

— 77 -
ten moest Cochin zich in Januari 1663 aan Van Goens overgeven,
die de stad, volgens het verdrag met den Samorijn
gesloten, aan dezen overgaf en hem als vasal der Compagnie
erkende. Met den val van Cananoor, de laatste plaats welke
de Portugeezen op de kust van Malabar nog bezet hielden,
kwam deze geheel in het bezit der Compagnie. Z,oo gingen
de Portugeesche bezittingen in Indië door te groote uitbreiding
te niet, ofschoon de Portugeesche bevelhebbers zich
wakker van hun plicht gekweten hadden. Bij den vrede
van 1661 werd de Compagnie in hel bezit van Ceijlon en
de kust van Malabar bevestigd.
De moord in 1657, door onderdanen van den Sultan van
Palembang, op de bemanning van twee Nederlandsche schepen
gepleegd, eischte voldoening. Daartoe werd Van der Laan
in October 1659 met eene vloot van 13 schepen derwaarts
gezonden. Deze forceerde de rivier de Soengsang onder het
vuur van een fort bewapend met 22 stukken, terwijl de
vijand aanhoudend branders op de schepen afzond. Al deze
hinderpalen werden overwonnen, aan het hoofd zijner troepen
maakte Van der Laan zich stormenderhand van de hoofdstad
meester, welke in de asch werd gelegd, terwijl een buit
van 76 groote en 142 kleinere stukken geschut in onze
handen viel.
Toonde de Indische Regeering aldus de belangen barer
onderdanen te kunnen beschermen, hare zwakke houding,
tijdens het eiland Formosa werd aangevallen, had het verlies
dezer bezitting ten gevolge. Sedert 1624 was dit eiland,
bij de Chineezen Tawéjan geheeten, in haar bezit. De taak
van den Gouverneur was hier verre van gemakkelijk, daar
wel 200,000 Chineezen zich op het eiland gevestigd en reeds
meer verraderlijke aanslagen tegen het Nederlandsche gezag
gesmeed hadden. Toen nu in China de regeerende dynastie