Untitled - Acehbooks.org

- 68 -
eilanden bleken slechts in de verbeelding te bestaan, zoodat de
tochten derwaarts ondernomen, geene resultaten opleverden.
Van meer belang voor de wetenschap was een tocht door den
commandeur Tasman ondernomen, lot verdere ontdekking
der kustlanden van Nieuw-Holland en Nieuw-Zeeland.
Was de regeering van Van Diemen een tijdperk van
bloei voor de Compagnie, niet minder was het streven van
den Landvoogd gedurende zijn bestuur den vrede met de
\orsten op Java tot stand te brengen.
Met veel beleid gelukte dit in 1639 met Bantam, zonder
dat de Indische regeering de eischen van den Sultan inwilligde,
die den vrijen handel op de Molukken verlangde.
Soesoehoenan Agoeng van Mataram was echter te zeer gebeten
op de Nederlanders om met hen in onderhandeling te
treden, en beraamde zelfs, nadat hij het rijk Balambangan
veroverd had, weder plannen tegen Batavia. Daartoe trad hij
in 1641 in nauwere betrekking met den vorst van Palembang,
doch de Regeering was op hare hoede en toen eene
aanzienlijke scheepsmacht van Oost-Java naar Palembang
vertrok, werd deze vloot gedwongen dit rijk Ie verlaten, waarop
de vorst zich aan het verbond met Mataram onttrok. Een
andermaal meende de Soesoehoenan in de Engelschen te Bantam
bondgenooten te zullen aantreffen tegen de Compagnie,
toen de President der Engelsche loge hem voorstelde, met
een Engelsch schip een gezantschap naar Mekka over te
brengen; doch ook dit werd verhinderd, het Engelsche schip
aangehouden en het gezantschap naar Batavia gevoerd. Zoo
bleef de spanning met Mataram voortduren en in 1644 werd
zelfs eene samenzwering ontdekt legen het leven van den
Gouv.-Gen., waarin Javaansche grooten uit Bantam en Mataram
de hand hadden.
De stad Batavia ging onder het bestuur van Van Diemen
zeer vooruit, de bevolking breidde zich uit en met haar namen
den handel en de cultuur in de ommelanden loe. Onder-