Untitled - Acehbooks.org

— 32
van Malabar, te gaan, welks vorst een doodvijand der Portugeezen
was. Hij sloot met den Samorijn een of- en defensief
verbond tegen de Portugeezen, en kreeg verlof op
Malabar eene sterkte te stichten. Geen vijand ontmoetende,
zeilde de Admiraal naar Bantam ; hier werd hij door gezanten
uit Amboina ter hulp geroepen tegen de Portugeezen,
die het fort van Verre vermeesterd hadden. Van der Hagen
gaf gehoor aan dit verzoek; bij zijne komst in de Molukken
gaven de Portugeezen hunne sterkte, op Leij-Timor gelegen,
bij verdrag over, welk fort den naam Victoria
kreeg. De vermeestering van de sterkte der Portugeezen
op Tidore kostte meerdere moeite, daar het fort tot driemalen
toe bestormd moest worden.
De Spanjaarden en Portugeezen waren nu voorloopig
uit de Molukken verdreven en nadat ook de Banda-eilanden
in bezit genomen waren, was de onderwerping der Specerij-eilanden,
de eerste bezitting der O. I. Compagnie, voltooid.
Tot Gouverneur van Amboina werd Frederik De Houtman
en van Banda Van Bergel aangesteld, terwijl de opperhoofden
als bondgenooten der Compagnie werden aangenomen.
Nog was Van der Hagen niet teruggekeerd of reeds had
de 0. I. Compagnie eene tweede vloot uitgerust, onder bevel
van Cornelis Matelief. Van Van der Hagen, dien hij op
Mauritius ontmoette, vernomen hebbende, dat de Portugeezen
zich op Malaka zeer versterkten, besloot Matelief derwaarts
te stevenen, om hen in hun hartader aan te tasten. Na
door het sluiten van een verbond met den vorst van Djohor
zich van diens medewerking verzekerd te hebben, verscheen
Matelief voor Malaka en sloeg het beleg voor deze plaats.
Bij de nadering eener Portugeesche vloot uit Goa, brak hij
het beleg op en zeilde met zijne vloot, 11 schepen sterk, de
Portugeesche vloot, welke 36 bodems telde, te gemoet.
De zeestrijd, welke nu plaats had, bleef onbeslist, waarop
Malelief naar Djohor zeilde om zich te herstellen. Toen nu