Untitled - Acehbooks.org

— 166 —
nauwer ingesloten. De bezetting van het fort Angwello bij
Colombo moest zich, op belofte van vrijen aftocht, overgeven,
doch werd verraderlijk vermoord. Negombo werd echter
door een goed gerichlen uitval bevrijd van de opstandelingen,
die ook reeds door gebrek begonnen te verloopen.
De gouverneur Schreuder hield zich, alsof hij zich de
ondersteuning, welke de Keizer van Kandij bijna openlijk
den opstandelingen verleende, niet bewust was en zelfs kwam
in 1761 een gezantschap, met geschenken voor den vorst, uit
Batavia aan. De zwakke houding van den Gouverneur schreef
de Keizer aan vrees toe; hij nam een steeds hoogeren toon
aan, beklaagde zich over onderdrukking zijner onderdanen
door de Hollanders en drong aan op het slechten van twee
forten, welke dienden oui Negombo te verdedigen. Ook
dit verzoek werd hem ingewilligd, maar toen de vijand nu
Negombo weder in kwam sluiten, deden de bevelhebber van
deze plaats Drosdowsky en de majoor Bischof op eigen gezageen
uitval en vernielden de vijandelijke werken.
Den 7 deu December 1761 nam de gouverneur Baron Van
Eek het bestuur van Schreuder over en trad aanstonds niet
meer veerkracht op. Matura werd weder veroverd en Trinkonomale,
dat belangrijk was om zijne reede, versterkt. De Keizer
toonde zich genegen in schikkingen te treden, doch gelijktijdig
vernam Van Eek dat hij in het geheim onderhandelingen had
aangeknoopt mei de Engelschen te Madras. In Juni 1762
verscheen dan ook eene Engelsche vloot van 20 zeilen, onder
Cornish, voor Trinkonomale. Deze voerde een zeer hoogen
en beleedigenden toon legen den Gouverneur, doch vertrok
weder zonder de opstandelingen te ondersteunen. Hoe gaarne
Van Eek met kracht den opstand dempen en het hof te
Kandij voor zijne vijandige houding straffen wilde, hij moest
daarmede wachten lot 1764, toen er versterking uit Holland
kwam, welke echter, door ziekten aan boord der schepen,
zeer gedund was.