Untitled - Acehbooks.org

— 206 —
Wat de uitoefening van het recht betrof, handelde Daendels
dikwijls autocratisch, door inbreuk te maken op de rechterlijke
besluiten.
Voor het uitoefenen eener goede politie richtte Daendels in
ieder landdrostambt de Djajang-secar's of bereden politie op.
De gouv.-gen. Daendels had reeds in November 1809 om
gezondheidsredenen aan koning Lodewijk zijn ontslag verzocht.
Weinig had hij gedacht dat de Fransche Keizer, wiens
heerschappij hij onmiddelijk erkend had, op dit verzoek terug
zou komen. Na de inlijving van Holland in het Fransche
Keizerrijk, willigde Napoleon zijn vroeger gedaan verzoek
om ontslag in en benoemde den divisie-generaal Janssens,
gewezen Gouverneur der Kaapkolonie, tot zijn opvolger.
Janssens stapte in April 1811 te Soerabaja aan wal en nam
den 16 den Mei het bestuur van Daendels over. In zijn gevol«was
de Fransche brigade-generaal Jumel medegekonien, die
bestemd was als bevelhebber der krijgsmacht op te treden,
beuevens een 500 officieren en manschappen. Daendels verliet
den 29 ste " Juni Java, door enkele vrienden vergezeld.
Welke de beweegredenen van Napoleon geweest zijn om
een man als Daendels, in dit voor de koloniën zoo hachelijke
tijdperk, terug te roepen, zijn onbekend. Hetzij dat de Fransche
Keizer een belangstellend oor leende aan de klachten over
Daendels bestuur gerezen, hetzij hij vrees koesterde voor den
energieken man, het bleek spoedig dat den Engelschen met
dat ontslag een groote dienst bewezen was geworden.
Daendels had zich, gedurende zijn bestuur vele vijanden
gemaakt, een natuurlijk gevolg van zijne handelingen als
hervormer. Zijn zijne daden zeer dikwijls niet van willekeur
en gestrengheid vrij te pleiten, zoodat men zijn regeeringssysleem
wel eens hel dwangarbeidsstelsel noemde, het is
ontegenzeggelijk, dat hij in den korten tijd van zijn bestuur
veel goeds en duurzaams heeft tot stand gebracht.
Daendels werd, nadat hij onder Napoleon zijne militaire