Untitled - Acehbooks.org

73 —
Ternate, Maiidar-Sjah, die een trouw bondgenoot der Compagnie
was. De Vlaming van Oudshoorn, die Demmer als
Gouverneur der Molukken vervangen had, en zich tijdelijk
te Batavia ophield, werd nu in 1650 ter ondersleuning des
Sultans met eene vloot naar de Molukken gezonden.
Hier aangekomen, vernam hij dat de Hollanders op de
eilanden Amblaoe en Manipa vermoord waren geworden en
dat aan het hoofd der ontevredene rijksgrooten, Madjira en
Saïdi stonden, die ondersteund werden door den Sultan van
Mangkasar. Van Oudshoorn was de rechte man om met voortvarendheid
en gestrengheid den opstand te bedwingen. Dooide
bewoners der kleinere eilanden te dwingen tot verhuizing,
daar hij hunne specerijboomen vernielde, werd de opstand
beperkt tot het westelijke gedeelte van Ceram, waar de hoofden,
in hunne sterke bergstellingen Laäla en Assahoedi, zich
veilig waanden. Laäla werd, nadat Van Oudshoorn versterking
bekomen had, stormenderhand genomen, waarbij een
700 opstandelingen bet leven lieten. Minder gemakkelijk ging
de vermeestering van Assahoedi; eerst toen hel den vaandrig
Buitendijk gelukt was met een handvol dapperen de top Ie
bereiken, waar beneden de vijandelijke sterkte lag, moesten
de hoofden zwichten; Saïdi werd gedood, Madjira ontkwam
naar den Sultan van Mangkasar. Deze had inmiddels een aanval
op het fort Djangan Kata, op Boeion gelegen, gedaan.
De bezetting sloeg tot zevenmaal de aanvallen af en, geene
ondersteuning krijgende, liet zij zich met het fort in de lucht
springen.
Tijdens den opstand, had Van Oudshoorn zooveel mogelijk
de specerijboomen op de kleinere eilanden buiten Amboina
laten uitroeien, en hiermede ging hij na den opstand voort,
om te verhinderen, dat er buiten de Compagnie om, meer
specerijen aan de Europeesche markt gebracht zouden worden,
dan de vraag was. Gestrenge handhaving van het monopolie
in specerijen was, om de enorme winsten, steeds het wacht-