Untitled - Acehbooks.org

— 21 —
en met de natuurlijke voortbrengselen der bezochte landen.
Ook was het bewijs geleverd dat de macht der Portugeezen
en Spanjaarden, op de tot nog toe uitsluitend door hen bevaarde
zeeën, niet te duchten was. Nog was alleen de
spits der Nederlaudsche handelsvloot doorgedrongen tot Indië,
maar weldra zou de hoofdmacht volgen, om den weg te
banen tot eene duurzame vestiging.
Het goede voorbeeld door de Amsterdamsche reeders gegeven,
vond navolging, en allerwege verrezen compagnieën
voor de vaart op Indië, welke, elk voor zich, octrooi aan
de Staten verzochten. Al aanstonds na de terugkomst van
De Houtman, was er in Amsterdam eene tweede compagnie
opgericht, die zich echter spoedig met de eerste, welke den
naam van Maatschappij van Verre had aangenomen, verbond;
deze vereenigde vennootschappen droegen voortaan
den naam van de Oude Compagnie.
Bij de uitrusting eener vloot door deze vereeniging, werd
rekening gehouden met de ondervinding bij den eersten
tocht opgedaan, tot welke slechte uitkomsten de verdeeling
van het gezag aanleiding had gegeven, en daarom werd hel
opperbevel over eene vloot van acht schepen opgedragen
aan Jacob Cornelisz. Van Neck als Admiraal.
Deze vloot, den l 5ten Mei 1598 uit Texel in zee geloopen,
deed eene zeer voorspoedige reis. Wel geraakte zij door
stormen aan de Kaap verstrooid, waardoor het eiland Mauritius
ontdekt werd, maar reeds den 25* tcn November wierp
Van Neck met drie bodems het anker op de reede van Bantam,
terwijl eene maand later ook de overige schepen kwamen
opdagen.
Het eigenbelang der Bantammers bracht mede, dat zij de
Hollanders nu vriendschappelijk ontvingen, daar zij juist in
vijandelijkheden gewikkeld waren met de Portugeezen. Van
Neck sloot met den Sultan een vriendschapsverdrag en keerde
zelf niet vier rijk geladen schepen in Juli 1599 in het va-