Untitled - Acehbooks.org

— 101 —
putting van zijne troepen. Den 22 sten Februari vertrok de su-
per-intendent Hurdt, die lijdende was, naar Batavia, het bevel
aan Poolman overgevende.
Den 8sten juni 1679 trok Poolman op naar Soka en deed
van daar uit verkenningen naar Banjerpo, waar de Mangkasaren
zich achter paggers verschanst hadden. De ondervinding werd
daarbij opgedaan, dat de Mangkasaren geduchte krijgslieden
en goede schutters waren. Den 17 d Juni naar Sepandi oprukkende,
stiet Poolman op den vijand, welke zich achter
een riviertje verschanst had. Poolman gaf zelf het voorbeeld
aan zijne Europeanen, door de rivier over te zwemmen ; ook
de Boegineezen toonden bij deze gelegenheid goede krijgslieden
te zijn. Aan de vereenigde macht van Poolman en Aroe
Palakka, die zelf echter nog te Batavia vertoefde, gelukte het
de Mangkasaren uit drie bepaggerde stellingen, welke achter
elkander gelegen waren, te verjagen maar met groote verliezen
onzerzijds; vier officieren sneuvelden, ook de Balinees
Djaja-lalana. Na dit gevecht moest Poolman op versterking
wachten, alvorens tot den aanval op Kappar, de hoofdstelling
der Mangkasaren over te kunnen gaan; de Soesoehoenan
bleef werkeloos te Soerabaja. De majoor Poolman werd door
hevige koortsen aangetast die den 29 st Juli 1679 een einde
aan zijn leven maakten. Het opperbevel ging nu tijdelijk
over op den kapitein Van Vliet, die, in afwachting van versterking
uit Batavia, met kraëng Glisson onderhandelingen
aanknoopte
Den 20 sten Augustus kwam eindelijk de versterking uit Batavia
aan, bestaande uit 150 Europeanen, 120 Balineezen en Maleijers,
75 Amboineezen onder den Amboineeschen kapitein
Jonker, benevens Aroe Palakka met zijne Boegineezen. M
deze troepen stonden onder het bevel van Jacob Couper, die
bestemd was Poolman te vervangen. Daar de onderhandelingen
met Glisson op niets uitliepen, besloot Couper den 8 stl "
September aan het hoofd van 1800 man en 3000 Boegineezen,