Untitled - Acehbooks.org

- 162
In dezen berooiden toestand werd de colonne bij Chandernagor,
door eene Engelsche colonne ter sterkte van 400 Europeanen
en 2000 Sipayers, onder bevel van den kolonel
Ford, aangevallen. Roussel verdedigde zich dapper, maar
was tegen de overmacht niet bestand en moest zich met 14
officieren en 550 man gevangen geven ; 320 der zijnen bedekien
het slagveld.
Ken uitval door de bezetting van Chinsura gedaan, was
afgeslagen en de Hollandsche vloot, welke slechts weinige
verdedigers had behouden, werd door de Engelschen gemakkelijk
buit gemaakt. Deze namen de houding aan, alsof de
Nederlanders alleen legen den Gouverneur van Bengalen oorlog
gevoerd hadden. Clive noodzaakte dan ook den Directeur
der Hollandsche factorij met dien Gouverneur te onderhandelen
en bij het verdrag, dat nu onder Engelschen dwang
lol stand kwam, werd bepaald, dat de gevangenen in vrijheid
zouden gesteld worden , maar dal voortaan de Hollandsche
bezetting op de kantoren niet meer dan 125 man mocht
bedragen. De Engelschen hadden hun doel volkomen bereikt;
/.ij lieten wel de kantoren der Compagnie bestaan, maar nu
onder hunne contrôle; in werkelijkheid maakten zij zich mees-
Ier van den alleenhandel en de Compagnie moest zich vele
vernederingen laten welgevallen.
De Regeering te Batavia volgde de politiek der Republiek
in dit tijdperk, welke voor het oogenblik wel de minst kostbare,
maar de meest nadeelige voor hare macht was. De
Engelsche Regeering beschuldigde de Nederlanders den vrede
verbroken te hebben en de Algemeene Staten trokken zich
de belangen der Compagnie zeer weinig aan.
De gouv.-gen. Mossel toonde zich een beter economist dan
staatsman. Reeds bij zijn optreden had hij de Bewindhebbers
gewezen op den slechten financiëclen toestand der Compagnie
en in eene uitvoerige „memorie van menage", de