Untitled - Acehbooks.org

— 86 -
scheepsmacht van 100 prauweu de Nederlandsche versterken.
Bij een aanval op de vijandelijke werken voor de monding
der rivier Tempoeran werd deze viool echter verstrooid.
Vlet even weinig succes had een aanval van het Mataramsche
leger óp de vijandelijke versterkingen bij Panaroekan plaats;
door een krachligen uitval de\- Madoereezen werd het Ja-
vaansche leger op de vlucht geslagen. Den 30 steB Vugustus
kwam de majoor Poolman met 300 man versterking uit Ba-
tavia en nam het bevel over van den kapitein Franssen.
Poolman ging met veel beleid te werk; na het ontschepeu
zijner troepen versterkte hij zich op een punt aan de kust
en begon van hieruit de vijandelijke werken Ie verkennen.
In zijn bivak sloeg hij tol tweemalen toe een aanval dei'
Vlangkasaren af en ging toen tol den aanval op des vijands
slellingen over. Door die werken om te trekken, maakte
Poolman zich met gering verlies er van meester; daarop ver-
volgde hij tien vijand voortdurend, zoodat deze al zijne stel-
lingen aan de kust moest opgeven en de vlucht nemen naar
het gebergte. De vloot had den aanval te land ondersteund en
op de kusten meer dan 1000 vaartuigen der Mangkasaren ver-
uield. Na bet behaalde succes meende Poolman hel aan een
Javaansch leger, dat 1er sterkte van 60,000 man,- onder aan-
voering van den troonsopvolger, pangeran adipati Ànom,
was opgerukt, over te kunnen laten, den vijand verder te
vernietigen. Maar door de weinige orde waarmede dit leger
voorwaarts rukte en het daarmede gepaard gaande lijd verlies,
kregen tie Mangkasaren de gelegenheid zich te verzamelen
en versterking van Madoera onder Troena Djaja en kraëng
Glisson tot zich te trekken. Toen hunne macht weder een
12,000 man sterk was, lastten zij hel Javaansche leger aan,
dat geheel verstrooid werd. Door deze nederlaag van het
Javaansche leger, herwon tie vijand wat hij door Poolman's
beleid verloren hatl en maakte zich weder meester van de
geheele oostkust tol Japara toe. Troena Djaja nam den titel