Untitled - Acehbooks.org

— 296 —
controleur Castens vermoord weiden. Een militair machtsvertoon
werd nu noodzakelijk, waartoe twee compagnieën
van hel 10' 1 ° bataljon en detachementen uit Padang en Palembang
werden afgezonden, onder het bevel van den kapitein
Hollanders, welke troepen tot driemalen toe slaags raakten met
de opstandelingen. In de eerste maanden van 1874 keerden
de beide compagnieën naar Java terug en op het einde van het
volgende jaar werden de moordenaars achterhaald en gedood.
De tocht in hel begin van 1872 naar Goenoeng-tinggi, eene
rolsversterking in het Barisan-gebergte, was tol tuchtiging
van het opperhoofd van een stam Berg-Battak's, jang diperlocan
Nan Lobeh, die den Sultan van Kota Pinang, een onzer
vasallen, vermoord en de Nederlandsche vlag gehoond had.
Nog vóór eene macht van twee compagnieën, ouder den
kapitein Perié, Goenoeng-tinggi bereikte, had Nan Lobeh zich
reeds aan de Westkust onderworpen.
Het sultansrijk Deli, behoorende tot Siak, was in vijf districten
verdeeld. Een der districtshoofden, minderjarig zijnde,
stond onder voogdij van twee Daloe's, die de Europeanen
zeer vijandig waren en in 1872 in openlijk verzet kwamen
tegen den Sultan van Deli, door eene sterkte op te werpen
te Timbang-Langkat. Om dezen vorst te ondersteunen, werd
de Resident van Riouw door de Regeering gemachtigd, een
detachement uit Riouw af te zenden, waarover de kapitein
Koops, militaire commandant aldaar, het bevel kreeg. Deze
rukte na aankomst onmiddelijk tegen den vijand op, dreef
hem overal voor zich uit, bezette Tanda Benoea, toen hij
hel bericht kreeg, dat ook de bergbewoners in opstand gekomen
waren, waarop hij besloot naar Soenggal terug te,
keeren. Op den terugtocht van Sapoeroek naar Soenggal had
de colonne een vijandelijken aanval te doorstaan. Versterking
werd nu aangevraagd , welke in Juli te Soenggal aankwam, beslaande
uiteen half bataljon infanterie met de noodige artillerie