Untitled - Acehbooks.org

— 312 —
rivier en Pedro-punt, het voortrukken naar de monding dier
rivier en langs deze naar den kraton. Den 9 den December
1873 debarkeerde de 2 de brigade onder leiding van den generaal-majoor
Verspijck te Koeafa Tjangkoel en rukte voort
tot kampong Lamnga, waar het bivak betrokken werd; de
3 de brigade ontscheepte te'Koeala Gighen. Den 14 den December
was de geheele macht, zonder .tegenstand ontmoet te hebben,
vereenigd te Moesapi; dien dag rukte de generaal-majoor
Verspijck met drie bataljons en eene batterij op naar de
kampong Tiban, op welken tocht de vijand uit eene verschanste
linie verdreven werd. Den volgenden dag werd de
monding der Atjeh-rivier in bezit genomen en legerden de
troepen zich in het bivak noordwaarts van Moesapi. De
twee. volgende dagen gingen voorbij met het verkennen der
Atjeh-rivier; den 18 dc " rukte de kolonel Wiggers van Kerchem
met eene colonne van 3 bataljons, de noodige artillerie
en cavalerie legen de vijandelijke werken in zuidelijke richting
op, terwijl eene colonne arbeiders, beschermd door 4 compagnieën
ouder den luitenant-kolonel Pel, in last had een
weg door het nipa-bosch zuidwaarts van Moesapi te kappen
en van daar naar de Atjeh-rivier op te rukken. De eerste
colonne bereikte de kampong Penajoeng en bezette ze; de
colonne Pel, zich met de eerste vereenigd hebbende, keerde
naar Moesapi terug.
Den volgenden dag werd door eene colonne onder den
luitenant-kolonel Engel den weg door het nipa-bosch naaide
Atjeh-rivier gevonden, alwaar de marine reeds eene vijandelijke
versterking veroverd had. Den 22 sten December was
de geheele expéditionnaire macht te Penajoeng vereenigd ; de
monding der Atjeh-rivier en de benting door de marine genomen,
bleven bezet, terwijl de kampong Djawa door eene
brug over de rivier met Penajoeng verbonden werd. De
opperbevelhebber zond nu den Sultan een brief, maar de zendeling
welke dit op zich nam, Mas Soemo Widikdjo, werd