Untitled - Acehbooks.org

Sturler Katiagan genomen en de noorder-districten van vijanden
gezuiverd.
De oorlogstoestand bleef nu slepende, van des vijands zijde
door onderlinge verdeeldheid, van onzen kant wegens het
wachten op versterking, die in Juli 1832 aankwam, bestaande
uit 3 compagnieën jagers onder den luitenant-kolonel
Vermeulen Krieger en 300 barisan onder Sentot. Nu werd
het offensieve hernomen en de vijand door Vermeulen Krieger
en Veltman uit zijne positiën achter den Marapalm, later
uit de linie Boekit Kamang, verdreven. Hierdoor was hel
district Lintau van vijanden gezuiverd, waar eene versterking
werd opgericht en van hier rukte Vermeulen Krieger in September
op naar Bondjol, dat hem zonder slag of stoot in
handen viel, daar de Maleische bevolking de Padri's afvallig werd.
De kapiteins De Quay en Raaff verdreven den vijand uit
de L Kota's. In het veroverde gebied werden bentings opgericht,
nieuwe hoofden aangesteld en het civiel bestuur aan
officieren opgedragen.
Het scheen dat de macht der Padri's voor goed gebroken
was, toen op het einde van 1832 zich weder teekenen
van werkzaamheid bij den vijand, die de XIII Kota's bezet
hield, voordeden, door aanvallen op transporten en reizende
militairen. Om zich van den toestand persoonlijk te overtuigen,
vertrok Vermeulen Krieger in Januari 1833 met een
detachement van 90 man van fort Van der Capellen naar
Pisang. Daar aangekomen, bespeurde hij , dat hij door vijanden
omringd was, vernam de tijding, dat de bezetting te Bondjol
was aangevallen en afgemaakt en besloot tot den terugtocht
naar Agam, welken hij met gering verlies volbracht, aanhoudend
door den vijand vervolgd wordende. De bovenlanden
werden nu weder afvallig, verscheidene posten werden afgeloopen
en versterking van troepen dringend vereiseht. Sentot
en Toeankoe nan Tjerdik werden naar Batavia opgezonden,
daar men hen wantrouwde.