Untitled - Acehbooks.org

— 99 —
Daar de rivier bij Toekong ook ondoorwaadbaar was.
besloot Hurdt haar met vaartuigen over te steken. Meester
geworden zijnde van vier vaartuigen, liet Hurdt ze achter
blindeeringen yoor den overtocht gereedmaken, welke in
den nacht van 10 op 11 November beproefd werd, doch
totaal mislukte, door het omslaan van de sloepen. Nu werd
eene vlotbrug gereed gemaakt en eene batterij aan den oever
opgeworpen om den overtocht te beschermen; den 17 den No-
vember werd hij met succes volbracht. Wel hadden de
troepen veel te lijden van het vuur des vijands, waardoor ook
Renesse gewond werd, doch de kapitein Tak ging zijne sol-
daten zoo moedig voor, dat zij den overkant bereikten, op
den voet gevolgd door den Balinees Djaja-lalana, die met
500 Javaansche ruiters de rivier was overgezwommen. De
vijandelijke werken aan den oever werden .stormenderhand
genomen en de vijand moest, met achterlating van 40 doo-
den en 11 stukken geschut, terugtrekken. Twee dagen later
werd Troena Djaja, die in persoon zijn leger aanvoerde,
binnen Kediri teruggeworpen. De aanval op deze plaats
werd den 25 st(m November met veel beleid ten uitvoer gebracht.
Onder een sterk vuur des vijands gelukte het Tak aan de
N. W. zijde tot onder de wallen der sterkte door te dringen,
alwaar hij een geschikt punt voor de bestorming vond. Hurdt,
hiervan bericht gekregen hebbende, zond De St. Martin ter
ondersteuning van Tak af; aan de N. O. zijde had de opper-
bevelhebber eene gunstige stelling voor zijne artillerie gekozen
en nadat de vijand van hier uit bestookt en eene zijner bat-
terijen door eigen kruit vernield was geworden, weid de
bestorming van twee zijden ondernomen en gelukte volkomen.
ÏNa een uur strijdens maakte Hurdt zich meester van de poort
van Kediri en bleef daar postvatten; aan de andere zijde
waren de kapiteins Tak en De St. Martin de sterkte binnenge-
drongen en joegen den vijand van stelling tot stelling terug.
Troena Djaja slaagde er echter in te ontsnappen, wijl de