02.05.2013 Views

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

vervolgens opgevuld geraakt met de beddingafzetting. 692 In een volgende fase is tot circa 1,2 meter<br />

beneden NAP de verderop te bespreken Gantellaag afgezet. In die kleilaag is vervolgens op ongeveer<br />

dezelfde plaats een hogere gelegen jongere geul met zijgeulen ingesleten waar<strong>van</strong> de bodem deels<br />

bestond uit de oude beddingafzetting.<br />

<strong>De</strong> oergeul heeft uitlopers in de richting <strong>van</strong> de strandwal gehad waar<strong>van</strong> Van Giffen in 1911 al<br />

restanten heeft gevonden in zijn boorprofielen. In de drie dwarsprofielen <strong>van</strong> Van Giffen zijn een<br />

westelijke en oostelijke oergeul zichtbaar die in de prehistorie zijn gevormd, en in de Romeinse periode al<br />

weer (grotendeels) bedekt waren met een laag klei en/of zand (afb. 2.4). 693 Het duidelijkst is de oostelijke<br />

oergeul ongeveer halverwege profiel 7 <strong>van</strong> Van Giffen met het hart circa vijftig meter ten oosten <strong>van</strong> de<br />

<strong>stad</strong>smuur. <strong>De</strong>ze geul is tot minimaal drie meter beneden NAP in het zand ingesleten en in de IJzertijd<br />

opgevuld met klei <strong>van</strong> de Gantellaag. Het is vermoedelijk dezelfde geul als in 2009 door RAAP naast<br />

Hoekenburg is aangeboord. Mogelijk had deze oergeul naar het noorden twee vertakkingen. <strong>De</strong> ene<br />

vertakking hier<strong>van</strong> lijkt zichtbaar in zowel boorprofiel 5 en 6 <strong>van</strong> Van Giffen die ongeveer loodrecht op de<br />

geul liggen. Op circa dertig meter <strong>van</strong> de <strong>stad</strong>smuur is een inzinking in de strandwal zichtbaar die is<br />

opgevuld met een dik pakket veen dat later is afgedekt met zand en uiteindelijk klei <strong>van</strong> de Gantellaag.<br />

Een tweede vertakking is mogelijk zichtbaar aan het uiteinde <strong>van</strong> profiel 6 op circa zestig meter <strong>van</strong> de<br />

<strong>stad</strong>smuur. Ook daar is een laagte in de strandwal opgevuld met klei <strong>van</strong> de Gantellaag.<br />

Een tweede westelijke oergeul bevond zich waarschijnlijk op ongeveer dezelfde plaats als de<br />

westelijke <strong>stad</strong>smuur, mogelijk iets schuin erop. In het noorden lijkt het laagste punt onder de <strong>stad</strong>smuur<br />

te liggen of iets ten westen er<strong>van</strong>, terwijl in de richting <strong>van</strong> de Vliet het hart <strong>van</strong> de geul direct ten oosten<br />

<strong>van</strong> de <strong>stad</strong>smuur lijkt te liggen. In boorprofiel 5 bevindt de top <strong>van</strong> de strandwal zich in het oosten op<br />

ongeveer 1,3 meter beneden NAP, wat op deze afstand <strong>van</strong> de Vliet conform verwachting is. 694 Het valt<br />

daarom op dat de top <strong>van</strong> de strandwal in westelijke richting naar de <strong>stad</strong>smuur afloopt tot ongeveer 1,8<br />

meter beneden NAP. En vijftien meter zuidelijker ligt in profiel 6 direct ten oosten <strong>van</strong> de <strong>stad</strong>smuur de top<br />

<strong>van</strong> het zand op drie meter beneden NAP. Dat was blijkens het booronderzoek <strong>van</strong> RAAP uit 2009<br />

ongeveer het niveau <strong>van</strong> de oude zandvlakte. Erboven bevond zich een veenpakket dat hier nog<br />

ongeveer een meter dik was. Dat de strandwal in dit profiel naar het oosten oploopt, wijst erop dat het hart<br />

<strong>van</strong> deze oergeul onder de <strong>stad</strong>smuur ligt of nog wat westelijker. Vermoedelijk is er verband met het<br />

veenpakket dat <strong>De</strong> Jager in 2001 iets zuidelijker eveneens vlakbij de westelijke <strong>stad</strong>smuur aantrof. Op<br />

circa veertig meter <strong>van</strong> de Vliet vond hij op ongeveer 1,3 meter beneden NAP sporen <strong>van</strong> veen. 695 Het<br />

veen lag hier op de klei zodat niet valt uit te sluiten dat delen <strong>van</strong> deze oergeul nog langer hebben<br />

opengelegen. Veen groeit aan tot het grondwaterniveau dat zich hier in de Romeinse tijd tussen 1,2<br />

en 1,4 meter beneden NAP bevond. <strong>De</strong> geul lijkt hier direct ten oosten <strong>van</strong> de <strong>stad</strong>smuur gelegen te<br />

hebben: direct ten oosten <strong>van</strong> de <strong>stad</strong>smuur ligt de top <strong>van</strong> het zand hoger op de hier gebruikelijke 1,8<br />

meter beneden NAP, wat in een boring twaalf meter oostelijker ook het geval is. 696 Daartussen ligt de<br />

top <strong>van</strong> het zand aanzienlijk dieper met erboven de klei en het genoemde veenpakket.<br />

<strong>De</strong>zelfde geul vond <strong>De</strong> Jager mogelijk ook in 2001 aan de rand <strong>van</strong> de Vliet, wederom direct ten<br />

oosten <strong>van</strong> het denkbeeldige verlengde <strong>van</strong> de westelijke <strong>stad</strong>smuur. Een boorraai ten zuiden <strong>van</strong> het<br />

landhuis Hoekenburg evenwijdig aan de Vliet, kruiste het denkbeeldig verlengde <strong>van</strong> de westelijke<br />

<strong>stad</strong>smuur. In boring 348, vijf meter ten oosten <strong>van</strong> de <strong>stad</strong>smuur, bevond de top <strong>van</strong> het zand zich op 1,9<br />

meter beneden NAP. Erboven kwam tot 1,5 meter beneden NAP een kleilaag tevoorschijn met daarin een<br />

stuk leisteen. Daarboven bevond zich tot 1,3 meter beneden NAP een veenlaag die kennelijk pas is<br />

gevormd nadat het stuk leisteen in de klei was beland. 697 Het is goed mogelijk dat dit deel <strong>van</strong> de oergeul<br />

in de Romeinse tijd nog openlag, wat de aanwezigheid <strong>van</strong> leisteen zou verklaren. <strong>De</strong> geul is vervolgens<br />

dichtgeslibd tot ongeveer het grondwaterniveau, waarna zich rond dat niveau de veenlaag heeft<br />

ontwikkeld. Het is goed denkbaar dat de ligging <strong>van</strong> deze oostelijke oergeul invloed heeft gehad op het<br />

bepalen <strong>van</strong> de westelijke <strong>stad</strong>sgrens: misschien is het geulrestant aan<strong>van</strong>kelijk als <strong>stad</strong>sgrens<br />

gebruikt en in het noorden handmatig in de vorm <strong>van</strong> een greppel doorgetrokken, waarover meer in<br />

hoofdstuk 3.<br />

Samenvattend zijn twee oergeulen ontdekt die aan de kant <strong>van</strong> de Vliet waarschijnlijk later op<br />

dezelfde plek opnieuw zijn ingesleten en pas in de Romeinse periode definitief zijn verland, terwijl de<br />

uitlopers hoger op de strandwal al voor de Romeinse periode waren verland.<br />

692<br />

Briels 2010, mede op basis boorstaten.<br />

693<br />

<strong>De</strong>tails op de originele profieltekening <strong>van</strong> Van Giffen (hier afb. 2.4) waarop elk vakje een meter diepte weergeeft, bewaard<br />

in het archief <strong>van</strong> het RMO.<br />

694<br />

Vergelijk de 134 cm – NAP op deze hoogte in de sleuf <strong>van</strong> Holwerda: Holwerda 1916 afb. 10.<br />

695<br />

<strong>De</strong> Jager 2001a,44 (boring 276-277).<br />

696<br />

Respectievelijk boring 278 (178 cm – NAP) en 274 (183 cm – NAP).<br />

697 <strong>De</strong> Jager 2001a,46.<br />

107

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!