02.05.2013 Views

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

zich later specialiseren in de numismatiek en was <strong>van</strong>af 1835 directeur <strong>van</strong> het Penningkabinet en<br />

buitengewoon hoogleraarschap numismatiek. 384 In het veld vond Reuvens het werk <strong>van</strong> de jonge Van<br />

der Chijs minder geslaagd omdat hij veel moest corrigeren. Daarom werd de samenwerking na een<br />

jaar stopgezet. 385 <strong>De</strong> volgende jaren verzorgde de nog iets jongere Conrad Leemans (1809 – 1893)<br />

de dagboeken. Leemans was aan<strong>van</strong>kelijk student theologie, maar raakte als medewerker <strong>van</strong><br />

Reuvens enthousiast voor de archeologie. Leemans zou zich later verder specialiseren in de<br />

Egyptologie. Ruim een halve eeuw (1839 – 1891) was hij directeur <strong>van</strong> het Rijksmuseum <strong>van</strong><br />

Oudheden. 386 Het was dezelfde Leemans die in juni 1828 in het dagboek melding maakt <strong>van</strong> een<br />

zwarte streep ‘aarde’ in het zand. Erbij stond de “gissing dat het Romeins proefsleufje is”. 387<br />

Opmerkelijk is ook dat het spoor met een dwarsdoorsnede (coupe) is onderzocht (afb. 1.9). Pas veel<br />

later zouden archeologen ontdekken dat je op die manier sporen <strong>van</strong> onder meer vergaan hout kon<br />

herkennen. Zowel bij Van der Chijs als later Leemans plaatste Reuvens op de linkerpagina <strong>van</strong> het<br />

dagboek zijn eigen aantekeningen en voetnoten, deels enige tijd later. 388<br />

Verder werkte Reuvens met een aantal tekenaars wat voor die tijd een ongekende werkwijze was.<br />

<strong>De</strong> tekenaars stonden onder leiding <strong>van</strong> de Brit William Johannes Gordon (1811 – ca. 1846).<br />

Sommige tekenaars zoals Bemme maakten slechts een paar schetsen. Maar in september 1830<br />

kreeg Gordon vaste hulp <strong>van</strong> Timen Hooiberg (1809 – 1897), die lange tijd aan het museum<br />

verbonden zou blijven. Hij zou in 1893 in een eigen levensbeschrijving onder meer zijn contacten met<br />

Reuvens tijdens de opgraving in Arentsburg beschrijven. Dat leverde sfeerschetsen op <strong>van</strong> Reuvens<br />

die op zijn studeerkamer zaken uitwerkt, de familie die in de theekoepel thee drinkt, conservaties die<br />

deels in het Frans werden gevoerd en de bel die het avondeten aankondigt. Af en toe maakte<br />

Reuvens zelf ook een schets, wat herkenbaar is aan zijn initialen. 389 Verder vervaardigde assistent<br />

Leemans veldtekeningen. Hooiberg verwijst namelijk naar “een der putten, door den student Leemans<br />

opgemeten en in teekening gebracht”. 390 Het niveau <strong>van</strong> deze tekeningen was hoogstaand, met onder<br />

meer de positie <strong>van</strong> de hoogteprofielen en een schaallat in zowel Rijnlandse voeten als meters (afb.<br />

1.10). Onderzoek <strong>van</strong> de ROB naar de op deze kaart weergegeven waterput en kelder bevestigde dat<br />

de kaart vrij nauwkeurig was (afb. 12.4). 391<br />

Vernieuwend was het gebruik <strong>van</strong> de lithografie. Die illustratietechniek was in 1798 uitgevonden<br />

door Aloys Senefelder en werd breder bekend na het verschijnen <strong>van</strong> diens boek in 1818. Het was<br />

een techniek die kleurendruk betaalbaar maakte en Reuvens was één <strong>van</strong> de eerste die het toepaste.<br />

Daarbij stelt tekenaar Hooiberg dat hij Reuvens op het idee bracht. Hij vertelt hoe hij het “meten en<br />

maken <strong>van</strong> schetsen in de open lucht” uitvoerde om “in de orangerie die af te werken”. <strong>De</strong> apparatuur<br />

stond in het koetshuis. 392 <strong>De</strong> tekeningen waren zeer nauwkeurig. Sommige tonen de restanten in<br />

driedimensionaal aanzicht, waarbij schaduwvlekken ook informatie tonen over muurhoogtes. Ook zijn<br />

er doorsneden en bovenaanzichten. Verder worden coupes met aardlagen weergegeven (afb. 9.14B).<br />

Een groot aantal tekeningen is gelukkig als losse platen in het Rijksmuseum <strong>van</strong> Oudheden bewaard<br />

gebleven. 393 Verder zijn er in de dagboeken pentekeningen verwerkt. Een <strong>van</strong> de losse tekeningen<br />

toont Reuvens met hoge hoed bij resten <strong>van</strong> het Romeinse badhuis terwijl hij een opgravingstekening<br />

bestudeert. Links achter hem staat Leemans en op de achtergrond één <strong>van</strong> de twee tekenaars.<br />

Reuvens zag in dat onder de voorwerpen niet alleen munten en beelden <strong>van</strong> belang waren, maar<br />

evengoed gewone zaken zoals scherven. Alleen al <strong>van</strong> de opgraving <strong>van</strong> het eerste jaar nam hij “ver<br />

over de 2.000 bodems” <strong>van</strong> potten mee en “130 a 140” scherven “gemerkt met namen der<br />

pottenbakkers”. 394 Illustratief voor zijn wetenschappelijke benadering is ook de wijze waarop Reuvens<br />

reconstructies <strong>van</strong> opgegraven voorwerpen liet uitvoeren. Zo is op een <strong>van</strong> zijn afbeeldingen te zien<br />

384 Brongers 2002,81 (noot 281) en 94.<br />

385 Halbertsma 2003,117 en 120.<br />

386 Brongers 2002,81 (noot 281) en 131.<br />

387 Reuvens Dagboek I,183, 185 en 189 met tekening.<br />

388 Brongers 1974,192-193 en Brongers 1976,29; Brongers 2002,100; Reuvens Dagboek I,9 over werkwijze journaal; Reuvens<br />

Dagboek I,107 verwijst bijvoorbeeld bij aantekeningen <strong>van</strong> 10-15 september naar latere aantekeningen tot 6 oktober, bijna drie<br />

weken later.<br />

389 Hooiberg 1893,78-96 (algemeen) en 79, 81 en 107 (over Gordon); Brongers 1983,46 en 48; Brongers 2002,84, 100 en 103;<br />

Halbertsma 2003,124.<br />

390 Hooiberg 1893,79.<br />

391 Zoals toegelicht in bijlage L, was deze kaart een verbeterde versie nadat Reuvens had vastgesteld dat er in de buurt <strong>van</strong> de<br />

sloot meetfouten waren gemaakt.<br />

392 Hooiberg 1893,81.<br />

393 <strong>De</strong> tekeningen zijn in 11 mappen ingedeeld (A t/m K) en hebben daarbinnen ieder een volgnummer en een<br />

inventarisnummer, beginnend met RA (Reuvens Arentsburg) 30. <strong>De</strong> indeling is: A. Algemeen (kaarten etc.), B. Gebouw I + II<br />

(=badhuis en huizen insula VIII), C. Gebouw III (=<strong>stad</strong>svilla), D. Gebouw IV (=insula VI), E. Fundamenten in de tuin (=zuiden<br />

insula VIII), F. Algemene waterpassingen (=hoogtemetingen), G. Architectuurfragmenten, H. Muurschilderingen, I. Inscripties, J.<br />

Allerlei en K. Voorlopig onbekende tekeningen en stukken; Zie bijlage M.<br />

394 Reuvens 1827,3.<br />

69

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!