Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
de lijn <strong>van</strong> de drie putten staat. Dat is voor de opgravers reden om aan te nemen dat ook deze put<br />
tegelijk met de anderen is geconstrueerd, wat de periode verder zou afbakenen tot 203-210 na Chr.<br />
Het is echter de vraag of de betreffende putten inderdaad tegelijk zijn aangelegd. <strong>De</strong><br />
denkbeeldige lijn waarlangs de meeste waterputten liggen, heeft dezelfde richting als de oriëntatie <strong>van</strong><br />
de percelen zoals die al <strong>van</strong>af 180/85 bestaan lijkt te hebben. <strong>De</strong> constructie uit 186-210 bestaat uit<br />
een vierkante houten bekisting en lijkt meer op een rechthoekige houten bergplek zoals die ook<br />
waarschijnlijk elders in Voorburg voorkwamen. <strong>De</strong> drie resterende waterputten <strong>van</strong> de rij hebben een<br />
onderlinge afstand <strong>van</strong> steeds circa zes meter. Dat kan betekenen dat net als in insula II sprake is <strong>van</strong><br />
ongeveer twintig voet (zes meter) brede achtererven met elk een waterput. <strong>De</strong> opgravers geven zelf<br />
aan dat de hoger gelegen sporen uit de 3 e eeuw slecht bewaard zijn gebleven zodat het goed<br />
denkbaar is dat de ondiep gefundeerde erfscheidingen uit deze fase niet bewaard zijn gebleven. Het<br />
enige wat dan nog resteert zijn dieper in de grond stekende waterputten en afvalkuilen. Daarbij is het<br />
goed mogelijk dat de putten in verschillende perioden zijn ontstaan. Van de waterputten die op een rij<br />
liggen, is de meest westelijke put (nr. 13) gezien de vondsten in de vulling mogelijk al rond 175 in<br />
gebruik genomen, en tussen 198 en 223 <strong>van</strong> de bewaard gebleven houten bekisting voorzien. <strong>De</strong><br />
volgende waterput (nr. 12) circa zes meter oostelijker bevat schervenmateriaal <strong>van</strong>af het midden <strong>van</strong><br />
de 3 e eeuw. Sporen <strong>van</strong> herstelwerkzaamheden kunnen betekenen dat er al eerder een put lag, maar<br />
daar<strong>van</strong> is de datering onbekend. Wederom zo’n zes meter oostelijker ligt een put (nr. 11) waar<strong>van</strong><br />
het hout na 163 na Chr. dateert en de putvulling op een gebruik <strong>van</strong>af circa 175 na Chr. duidt. Tussen<br />
laatst genoemde twee putten in ligt de rechthoekige constructie (nr. 16) waar<strong>van</strong> het hout is gekapt<br />
tussen 186 en 210. Circa twaalf meter (40 voet) oostelijk ligt op dezelfde lijn nog een waterput (nr. 10)<br />
die blijkens de scherven pas <strong>van</strong>af 225 is gebruikt. Zo’n vijf tot zes meter noordelijker liggen nog twee<br />
waterputten. Mogelijk lagen deze aan de andere kant <strong>van</strong> een erfschutting die net als in onder meer<br />
insula II en III de insula X de grond in een noordelijk en zuidelijk stuk verdeeld kan hebben. <strong>De</strong><br />
westelijke <strong>van</strong> de twee putten (nr. 14) is blijkens het hout na 203 na Chr. aangelegd terwijl de vulling<br />
dateert uit de periode <strong>van</strong>af 225 voor Chr. <strong>De</strong> oostelijk hier<strong>van</strong> gelegen put (nr. 15) is pas na afloop<br />
<strong>van</strong> de opgraving door een kraanmachinist ontdekt en lijkt <strong>van</strong>af het eind <strong>van</strong> de 2 e eeuw gebruikt te<br />
zijn. Al met al zijn de aanwijzingen voor een gelijktijdige aanleg beperkt.<br />
Andere dendrochronologische dateringen komen <strong>van</strong> het houtwerk uit de insteekhaven. Maar<br />
tussen de eerste tien gepubliceerde houtmonsters zijn nog maar twee dateringen uit het begin <strong>van</strong> de<br />
3 e eeuw bekend. Het gaat om twee palen uit 206 - 218 en 204-232 na Chr. uit respectievelijk de<br />
westelijke en oostelijke oeverconstructie. Daarbij lijkt het hout <strong>van</strong> de tussen 204 en 232 na Chr.<br />
gedateerde paal afkomstig uit dezelfde partij hout die ook is gebruikt bij de grote waterput die in 1988<br />
opnieuw is opgegraven en dateert uit 215 – 231 na Chr. 2004 Dat betekent dat <strong>van</strong> de twee 3 e eeuwse<br />
palen uit de haven alleen eerst genoemde paal uit de periode 205-210 kan dateren. Al met al is een<br />
belangrijke impuls en <strong>stad</strong>suitbreiding in de periode 205-210 mogelijk, maar zeker niet bewezen.<br />
Caracalla (211 – 217 na Chr.)<br />
<strong>De</strong> aanwijzingen voor een impuls onder Caracalla in Voorburg nemen snel toe. Dat is een belangrijk<br />
inzicht omdat er steeds meer aanwijzingen zijn dat Voorburg daarin niet alleen stond. <strong>De</strong> activiteiten<br />
<strong>van</strong> Caracalla in de regio zijn mogelijk zwaar onderschat. Caracalla stond wat betreft<br />
stimuleringspolitiek vooral bekend om zijn algehele verlening <strong>van</strong> het burgerrecht in 212 na Chr.<br />
(Constitutio Antoniniana). Maar hij lijkt in deze periode meer gedaan te hebben. Dat is interessant<br />
omdat Caracalla in deze periode in het noorden verbleef en veel aandacht had voor de Romeinse<br />
limes.<br />
Caracalla verbleef met zijn broer Geta en vader in de jaren 208-211 na Chr. in Groot-Britannië<br />
waar Septimius Severus op 4 februari 211 na Chr. in York overleed. Beide broers keerden terug naar<br />
Rome. Ook hier is het mogelijk dat ze via de Rijn zijn teruggekeerd aangezien hun vader op zijn<br />
sterfbed had meegegeven dat de steun <strong>van</strong> het leger voorop stond. Het via de Rijn naar Rome reizen<br />
was een efficiënte manier om een belangrijk deel <strong>van</strong> het leger aan zich te binden. Uit onder meer<br />
Keulen en Bonn zijn uit 211 na Chr. in ieder geval expliciete steunbetuigingen aan de nieuwe heersers<br />
bekend, waaronder een groot monument in Bonn met een inscriptie waarin de namen <strong>van</strong> alle zestig<br />
centurio’s <strong>van</strong> het daar gelegerde Eerste Legioen werden genoemd. 2005 Kort erop bracht Caracalla in<br />
Rome zijn broer om het leven en werd eind 211 of begin 212 na Chr. alleenheerser. Caracalla trok kort<br />
daarop naar het noorden om tegen de Germaanse stammen te vechten. Doorgaans wordt<br />
aangenomen dat hij in de lente <strong>van</strong> 213 na Chr. in de omgeving <strong>van</strong> Mainz arriveerde om daar in de<br />
zomer strijd te leveren met wat in de bronnen voor het eerst de Alemannen worden genoemd. Maar<br />
2004 Van Helmond 2008,18, 22, 29, 33 en tabel 11: VFH00010 en VFH00440.<br />
2005 Eck 1985; Wolff 2000,41 en Eck 2004,542-543.<br />
284