Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>De</strong> maatvoering en constructie <strong>van</strong> de hoofdweg<br />
<strong>De</strong> door Holwerda in het tracé <strong>van</strong> de hoofdweg opgegraven wegconstructie kwam later ook bij het<br />
onderzoek <strong>van</strong> 1988 tevoorschijn (afb. 5.8 – 5.12 en 5.21) 1576 In het midden <strong>van</strong> de weg vond<br />
Holwerda over grote lengte een twee voet breed riool met aan weerszijden twee paalgaten. Over de<br />
volle wegbreedte stonden dus vier palen op een rij. Die droegen waarschijnlijk een houten onderbouw<br />
<strong>van</strong> de wegconstructie, vergelijkbaar met dergelijke houten wegconstructies in onder meer het fort in<br />
Valkenburg. 1577 Bij de palenreeksen <strong>van</strong> ieder vier palen, stonden de buitenste palen ongeveer twintig<br />
Romeinse voet (bijna zes meter) uit elkaar. Dat was naar eerder bleek een zeer gebruikelijke<br />
wegbreedte. <strong>De</strong> onderlinge afstand tussen de verschillende palenreeksen bedroeg steeds tien voet<br />
(bijna drie meter, afb. 5.9).<br />
Holwerda tekende het profiel <strong>van</strong> het houten fundament op een plaats waar het Romeinse<br />
maaiveld zo’n acht decimeter boven NAP lag (afb. 1.15 en 5.11). Het opgravingsvlak lag zo’n vier<br />
decimeter onder het Romeinse maaiveld zodat naar schatting ongeveer vier decimeter <strong>van</strong> de<br />
wegconstructie vergraven was voordat een en ander is opgetekend. <strong>De</strong> bodem <strong>van</strong> het middenriool<br />
bevond zich in Holwerda’s profiel rond NAP, dus zo’n acht decimeter onder het Romeinse maaiveld.<br />
<strong>De</strong> paalkuilen zelf reiken in dit profiel nog ongeveer een decimeter dieper en waren ten opzichte <strong>van</strong><br />
het Romeinse maaiveld dus zo’n drie voet diep. <strong>De</strong> diameter <strong>van</strong> de rondom gegraven kuilen bedroeg<br />
in het vlak een kleine drie voet. <strong>De</strong> palen waren ongeveer een halve voet dik en staken ongeveer een<br />
voet door de bodem <strong>van</strong> de paalkuilen. Hun onderkant bevond zich dus zo’n vier voet onder het<br />
Romeinse maaiveld oftewel zo’n vier decimeter beneden NAP. Bij een enkele paal lijkt de paalkuil<br />
later te zijn uitgediept. Omdat dit in het profiel slechts bij één <strong>van</strong> de vier paalkuilen voorkomt lijkt het<br />
geen algehele afbraak te betreffen. Er valt eerder te denken aan een reparatie waarbij een te<br />
ver<strong>van</strong>gen paal is uitgegraven.<br />
In 1988 zijn bijna honderd meter oostelijker door de ROB vijf rijen palen <strong>van</strong> dezelfde constructie<br />
opgegraven. Het opgravingsvlak lag ongeveer op NAP niveau. Aan het slot <strong>van</strong> hoofdstuk 15 wordt<br />
aangegeven dat het middenriool <strong>van</strong>af het door Holwerda opgegraven punt in de richting <strong>van</strong> het<br />
centrale kruispunt opliep met vermoedelijk circa 0,3% tot circa drie decimeter boven NAP. Het<br />
Romeinse maaiveld lag hier evenredig wat hoger op ruim een meter boven NAP. Het opgravingsvlak<br />
<strong>van</strong> 1988 lag dus ongeveer een meter onder het Romeinse loopniveau omdat de rest grotendeels<br />
door de opgraving <strong>van</strong> Reuvens was verstoord. <strong>De</strong> paalgaten waren in 1988 nog wel in de paalkuilen<br />
als een donkere kern herkenbaar. 1578 Ook hier bedroeg de onderlinge afstand tussen de rijen steeds<br />
zo’n drie meter. Tot ongeveer een halve meter beneden het opgravingsvlak waren soms onderin de<br />
paalgaten nog resten hout aanwezig. 1579 <strong>De</strong> palen staken bij Holwerda tot circa 0,4 meter beneden<br />
NAP. <strong>De</strong> door de ROB opgegraven palen gaan soms enkele decimeters minder diep, wat te maken<br />
zal hebben met het wat hogere Romeinse loopniveau. Wel is regelmatig een tweede spoor zichtbaar<br />
dat dieper gaat, wat duidt op herstelwerkzaamheden (afb. 5.21). Een <strong>van</strong> de palen raakt op circa 0,8<br />
meter beneden NAP een veenlaag. 1580 Mogelijk was een wat slappere ondergrond aanleiding voor<br />
extra maatregelen.<br />
Vermoedelijk bestond de houten wegconstructie net als in Valkenburg uit een bovenlaag <strong>van</strong><br />
overdwars geplaatste balken. Die steunden op een reeks lange balken in de lengterichting <strong>van</strong> de weg<br />
(afb. 5.11). <strong>De</strong>ze lange funderingsbalken steunden waarschijnlijk niet direct op de in de grond<br />
geramde palen aangezien deze palen in de lengterichting niet op één lijn staan. Kennelijk droegen ze<br />
een overdwars geplaatste draagbalk. <strong>De</strong>ze draagbalk liep niet over de gehele weglengte door<br />
aangezien de palenparen ook overdwars niet exact in elkaars verlengde liggen. Vergelijkbaar met een<br />
dergelijke wegconstructie in de Belgische Haut Fagnes, de via Mansuerisca, droegen de palenparen<br />
waarschijnlijk steunbalken. In Valkenburg (Z-H) ging het bij een iets smallere weg om drie<br />
draagbalken. In Voorburg zijn vermoedelijk vier draagbalken gebruikt. 1581 Voordeel <strong>van</strong> die oplossing<br />
was dat er zo meer vrije ruimte overbleef voor het middenriool dat zo gemakkelijker kon worden<br />
gereinigd.<br />
1576<br />
Buijtendorp 1982,151-152 en afb. 15; Buijtendorp 1987a,77-79 en afb. 6 en 8; In 1988 is waarschijnlijk ook een stuk<br />
opgegraven: Buijtendorp 1988c; Hallewas 1989a,337.<br />
1577<br />
Van Giffen 1940-44,108, 137, 144, 145 (iepenhout) en 156; Van Giffen 1948-53,69; Glasbergen 1967,23 (allen Valkenburg);<br />
Ozinga 1989,109 noemt ook paaltjes onder de wegen <strong>van</strong> het oudste fort in Utrecht; Haalebos 1977,39 voor Zwammerdam;<br />
Lieh 2000,20 noemt voorbeeld uit Xanten (derde kwart 1 e eeuw); Zie ook op hout gefundeerde grindweg in Oberwintherthur<br />
(Precht en Zieling 2000,221); Adkins en Adkins 1994,172; Er is een interessante gelijkenis met een dergelijke constructie in<br />
Tongeren: Vanderhoeven 2000,171-172 en noot 37 en afb. 18; Zie ook de via mansuerisca in België.<br />
1578<br />
NAP af te lezen op de veldtekeningen met coupes; dagrapport 15 juni 1988 over paalkernen.<br />
1579<br />
Bijvoorbeeld spoor 9; helaas bleken desgevraagd in het archief <strong>van</strong> de ROB geen houtmonsters meer aanwezig.<br />
1580<br />
Spoor 16 (afb. 5.21).<br />
1581<br />
White 1974,95; Raepsaet-Charlier en Raepsaet-Charlier 1975, 67; Mariën 1980,375 en afb. 257.<br />
226