02.05.2013 Views

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

de Nederlandse versie ook Noertich heet. 276 <strong>De</strong> naam Aurindilius en varianten daar<strong>van</strong>, bleef<br />

eeuwenlang in de bronnen terugkomen.<br />

In deze periode dateren de laatste invallen <strong>van</strong> de Noormannen uit 863. <strong>De</strong> tekst suggereert dus<br />

dat de restanten bij Voorburg, zoals veel andere Romeinse versterkingen, in de jaren 856-863 door de<br />

Noormannen zijn geteisterd. Aangezien de Noormannen primair op buit waren gericht, wijst hun<br />

aandacht erop dat de Voorburgse versterking in die tijd, in het midden <strong>van</strong> de 9 e eeuw, nog werd<br />

bewoond en de moeite <strong>van</strong> het plunderen waard was. Dit voor zover de berichten over de<br />

Noormannen op waarheid berusten.<br />

Waarschijnlijk bleven de Voorburgse ruïnes nog lange tijd als een hoger gelegen terrein<br />

herkenbaar (afb. 1.1). <strong>De</strong> grachten lagen blijkens middeleeuwse scherven ten minste tot de veertiende<br />

eeuw open en waren waarschijnlijk zelfs nog in de 17e eeuw zichtbaar. 277 In het jaar 1384 verscheen<br />

in Voorburg voor het eerst de aanduiding ‘Hoogenburch’ in het register <strong>van</strong> de Leenkamer in<br />

Holland. 278 <strong>De</strong> kennelijk om<strong>van</strong>grijke sporen en de eerste verhalen waren aanleiding tot de nodige<br />

mythe-vorming. Zo verscheen rond 1450 een handschrift met mythische verhalen over reuzen die in<br />

onder meer Voorburg een grote versterking zouden hebben opgericht. Het verhaal werd later<br />

aangevuld en als een <strong>van</strong> de eerste Nederlandse werken gedrukt, namelijk in 1478 in Gouda. Er<br />

volgde nog een tweede editie in 1483 in Leiden en een derde editie in 1483-1486 in <strong>De</strong>lft. Naar de<br />

eerste drukplaats zou het later bekend worden als het Goudse Kroniekje, de naam die Scriverius<br />

eraan gaf bij zijn veel geraadpleegde herdruk uit 1663. 279<br />

Janse merkt op dat dergelijke kronieken vaak, net als bij een opgraving, uit verschillende lagen<br />

bestaan met een verschillende datering. Voor het Goudse Kroniekje maakte Janse aannemelijk dat de<br />

oorspronkelijke versie rond 1440 is geschreven door iemand uit de omgeving <strong>van</strong> <strong>De</strong>lft. <strong>De</strong>ze eerste<br />

versie begon pas in de Middeleeuwen (met graaf Dirk I) en eindigde met de dood <strong>van</strong> Jacoba <strong>van</strong><br />

Beieren in 1436. Vervolgens is er rond 1450 een voorgeschiedenis aan toegevoegd met de<br />

prehistorie, Romeinse tijd en vroege Middeleeuwen, waar Voorburg wordt vermeld. Tot slot is het werk<br />

in de periode 1436 – 1477 een aantal malen aangevuld met de recentste geschiedenis. 280 <strong>De</strong> hier <strong>van</strong><br />

belang zijnde beschrijving <strong>van</strong> de oudste periode was deels ontleend aan de wereldkroniek <strong>van</strong> de<br />

Heraut <strong>van</strong> Beyeren en diens Hollantsche Cronike. Maar het verhaal over de stam der Slaven,<br />

vermeend voorganger <strong>van</strong> de Hollanders, was nieuw, evenals het verhaal over de reuzen die in de<br />

vroege Middeleeuwen onder meer Voorburg gesticht zouden hebben. 281<br />

Uit de plaatsnaam Haarlem wordt in het Goudse Kroniekje afgeleid dat een zekere ‘heer Lem’<br />

stichter <strong>van</strong> Haarlem zou zijn. Daarna zou de zoon <strong>van</strong> deze Lem, een zekere Ezeloor, in de eerste<br />

helft <strong>van</strong> de 6 e eeuw oprichter <strong>van</strong> Voorburg zijn geweest. <strong>De</strong>ze datering volgt uit de opmerking dat<br />

een en ander zich afspeelde ruim anderhalve eeuw voordat Sint Willibrord in 690 na Chr. zijn<br />

zendingswerk begon. Volgens de kroniek duurde het namelijk “noch meer dan anderhalf hondert jaer<br />

daer na/ tot dat Sinte Willibrort quam uyt Enghelant met veel goeder Priesteren/ ende bekeerde dat<br />

Lant <strong>van</strong> Hollant totten heylighen Kersten ghelove”. Het Goudse Kroniekje neemt <strong>van</strong> <strong>De</strong> Beke het<br />

verhaal over <strong>van</strong> de Noormannen die bij Noordwijk Sint Jeroen te grazen namen en vervolgens de<br />

versterking bij Voorburg hebben verwoest. Dat wordt door de Goudse kroniek in navolging <strong>van</strong> <strong>De</strong><br />

Beke in 856 na Chr. gedateerd. 282<br />

<strong>De</strong> historische feiten in de kroniek zijn niet al te betrouwbaar. Van belang is hier vooral dat<br />

Voorburg rond 1450 kennelijk bekend stond als een grote versterking. Dat bevreemdt niet aangezien<br />

het in het kustgebied met circa 14 hectare om veruit de grootste Romeinse ommuurde nederzetting<br />

ging. <strong>De</strong> kroniek meldt over de om<strong>van</strong>g: “<strong>De</strong>se coninck Eseloor dede maecken bij Voorburch een al te<br />

grooten Casteel/soo dat men sijns ghelijcke niet en wiste <strong>van</strong> grootheyt/noch <strong>van</strong> hoocheit”. 283 <strong>De</strong><br />

imposante om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het ruïneveld was mogelijk aanleiding aan te nemen dat er reuzen hadden<br />

gewoond. Daaronder Ezeloor zelf en zijn vrouw (“wijf”) die een “Reusinne” geweest zou zijn: “oock soo<br />

was hij [Ezeloor] zeer groot ende hadde een wijf die ook een Reusinne was”. Volgens de Goudse<br />

276 Bruch 1982,42 spreekt <strong>van</strong> een vergissing <strong>van</strong> de vertaler die ook elder moeite had met geografische aanduidingen buiten<br />

de regio Utrecht.<br />

277 Holwerda 1923,10 concludeert dat op basis <strong>van</strong> 14 e eeuws materiaal onderuit de gracht; Oudaan 1664,23 vermeldt ook de<br />

grachten.<br />

278 No. 50, fol 215, no. 1429; Langerak e.a. 1988,38; In Zwammerdam stonden de Romeinse resten ook bekend als ‘Hoge<br />

Burgt’ (Haalebos 1977,14 en 16); Junius 1588,269.<br />

279 Janse 2001,134-137 met overzicht handschriften; Van der Marel in Ebels-Hoving 1987,180 en 185: onder andere handschrift<br />

Arnold in Leiden (UB LTH 1564) uit 4 e kwart 15 e eeuw (op papier met watermerk uit 3 e kwart 15 e eeuw); Scriverius 1663,201;<br />

Romein 1932,90 en 107-109; Oorspronkelijke titel: Chronike of historie <strong>van</strong> Hollant, <strong>van</strong> Zeelant ende Vriesland ende <strong>van</strong> den<br />

Sticht <strong>van</strong> Utrecht.<br />

280 Janse 2001,134-137, 146-147 en 154-157.<br />

281 Janse 2001,146.<br />

282 Editie Scriverius 1663,7 en 15.<br />

283 Editie Scriverius 1663,7.<br />

58

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!