Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Germania’s apart worden vermeld. <strong>De</strong> meeste auteurs volgen Strobel die aannemelijk heeft gemaakt<br />
dat in de nazomer <strong>van</strong> 84 na Chr. de nieuwe provinciestructuur is ingevoerd na een succesvolle<br />
campagne tegen de Chatten. In die periode is een reeks munten geslagen met teksten als “Germania<br />
Capta” die naar de overwinning verwijzen, terwijl Domitianus in deze periode persoonlijk in de regio<br />
aanwezig was. 1179 Ook lijkt al vóór 89 na Chr. een Bataafse ruitereenheid naar de provincie te zijn<br />
teruggekeerd. Dat wijst op een versoepeling <strong>van</strong> de oude sancties. 1180 In dezelfde periode is de<br />
provincie Moesia in twee delen gesplitst. 1181 Enkele auteurs zien de inrichting <strong>van</strong> de provincies<br />
Germania Superior en Inferior nog zo’n vijf jaar later. Het zou dan om een straf gaan voor het tot dan<br />
militaire bestuur omdat een deel <strong>van</strong> het leger begin 89 onder gouverneur Saturninus in opstand was<br />
gekomen. 1182 Er lijkt in ieder geval sprake <strong>van</strong> een inrichting <strong>van</strong> deze provincies in de periode 84-89<br />
na Chr., wat goed aansluit bij de infrastructurele activiteiten die <strong>van</strong>af die tijd plaatsvinden. <strong>De</strong>ze<br />
infrastructurele werken lijken bedoeld om een geplande terugtocht <strong>van</strong> troepen te compenseren met<br />
technische voorzieningen. Die moesten de verdedigbaarheid verbeteren, onder meer gericht op<br />
sterkere verdedigingswerken en de infrastructuur om troepen snel te kunnen verplaatsen.<br />
In 85 na Chr. werd het vlootstation in Keulen-Alteburg in steen uitgevoerd terwijl in de<br />
daaropvolgende jaren verschillende andere verbeteringen langs de Rijngrens zijn doorgevoerd. Zo<br />
geeft een houten paal uit Roomburg aan dat er daar in 86/87 na Chr. bouwwerkzaamheden<br />
plaatsvonden. <strong>De</strong> oostelijke <strong>stad</strong>smuur <strong>van</strong> provinciehoofd<strong>stad</strong> Keulen is in 89 na Chr. gebouwd, rond<br />
welke tijd ook aan de kade is gewerkt. 1183 Bij <strong>De</strong> Meern duidt een enkele paal uit 89 na Chr. op<br />
werkzaamheden en zijn er bij het nabijgelegen fort bouwactiviteiten tussen 89 en 96 na Chr.<br />
waargenomen. Duidelijk is ook dat daar in de buurt bij Veldhuizen in 93 na Chr. een losplaats werd<br />
aangelegd die speciaal bestemd lijkt te zijn geweest voor onderhoud aan de weg. En een jaar later is<br />
in Woerden een oeverbeschoeiing geconstrueerd. Ook in Utrecht duiden stempels uit het fort op<br />
activiteiten in deze periode. In Valkenburg en <strong>De</strong> Meern werden wachttorens gebouwd en<br />
waarschijnlijk de limesweg verbeterd. 1184 En verder stroomopwaarts is rond 90 na Chr. in Xanten een<br />
havenkade gebouwd. Precht ziet zelfs aanwijzingen dat in Xanten in deze tijd een planmatige civitashoofd<strong>stad</strong><br />
is aangelegd met mogelijk al de status <strong>van</strong> municipium. 1185 Het ziet er al met al naar uit dat<br />
in deze fase op verschillende plaatsen aan de Rijn aan de infrastructuur werd gewerkt.<br />
<strong>De</strong> inrichting <strong>van</strong> de provincie Germania Inferior ergens in 84-85 na Chr. of uiterlijk 89 na Chr. lijkt<br />
voor zowel Voorburg als Nijmegen een stimulans te zijn geweest, herkenbaar aan een opleving in de<br />
muntcirculatie en een stijgende hoeveelheid aardewerk onder Domitianus (81 - 96 na Chr.). 1186<br />
Holwerda zelf, naar de maatstaven <strong>van</strong> zijn tijd een kenner <strong>van</strong> Romeins aardewerk, komt eveneens tot<br />
de conclusie dat onder Domitianus de Romeinse bemoeienis met Voorburg intensiever werd. In zijn<br />
beschrijving <strong>van</strong> de scherven <strong>van</strong> ruim vierduizend versierde terra sigillata schalen uit Voorburg,<br />
noemt Holwerda als oudste stukken slechts een twintigtal exemplaren uit La Graufesenque die uit de<br />
periode 70 – 85 zouden kunnen dateren, hoewel de produktie tot het eind <strong>van</strong> de 1 e eeuw in kleinere<br />
hoeveelheden doorliep. Het aantal versierde scherven uit de decennia volgend op 85 na Chr. is in<br />
ieder geval aanzienlijk groter. 1187 <strong>De</strong> vorm Dragendorff 29 komt slechts één keer voor. <strong>De</strong><br />
grootschalige produktie uit La Graufesenque, de belangrijkste leverancier <strong>van</strong> dit type voor het<br />
noorden, eindigt rond 85-95 na Chr. 1188 <strong>De</strong> activiteiten lijken zodoende in Voorburg op basis va het<br />
aardewerk pas na 85 na Chr. goed op gang te zijn gekomen. Ook de stempels op terra sigillata duiden<br />
op een eerste echte impuls in deze periode (afb. 3.4). Aangevuld met de munten komt Holwerda tot<br />
een stichting in “den iets lateren Flavischen tijd”. 1189<br />
Nadere analyse <strong>van</strong> het muntmateriaal bevestigt dat beeld. Muntdeskundige J.P.A. <strong>van</strong> der Vin<br />
constateert op basis <strong>van</strong> het muntpatroon dat er waarschijnlijk tussen 90 en 95 na Chr. plotseling veel<br />
1179 Mocksy 1974,92; Drinkwater 1983,60; Willems 1986,386 en 405; Strobel 1987,437-437, 445 en 449 (najaar 84); Rhaepsaet-<br />
Charlier 1973,159 en 161; Rhaepsaet-Charlier 1994,44 noot 4.<br />
1180 Haalebos 2000,37 en 42-43 op grond <strong>van</strong> het diploma Elst uit 98 na Chr. en de titel Pia Fidelis; Vergelijk Strobel 1987,437<br />
en 449 (najaar 84).<br />
1181 Mócsy 1974,92; Halfmann 1986,183.<br />
1182 Haalebos 2000,37 en 42-43 o.g.v diploma Elst uit 98 na Chr. en titel Pia Fidelis.<br />
1182 Bogaers 1960-61,265; Rieche en Heimberg 1986,29; By<strong>van</strong>ck 1943,286 en 469; Van Es 1994,51; Buijtendorp 1988,108.;<br />
Van Es 1981,216; Willems 1986,226.<br />
1183 Trier 2010 ,233-234; Schmidt 2010,329-330 .<br />
1184 Hing en Vos 2005,129; Van Dinter en Graafstal 2007,27 en 31.<br />
1185 Graafstal 2002,6,8-9 en 20 en noot 9,31(CIL XIII,8258-9 = Alteburg) en 33; Haalebos 1977,287 (Nederland); Rieche en<br />
Heimberg 1998,62-63 en Abb. 94; Leih 2008,452; Precht 2008,205 (Xanten); Leih 2008,452, 468 en Abb. 309.<br />
1186 Buijtendorp 1988a en 1994.<br />
1187 Telling op basis <strong>van</strong> Holwerda 1923,153 en 163; Buijtendorp 1988 noot 20.<br />
1188 Ozinga 1989,121; Polak 2000,125; <strong>De</strong> Bruin 2008b,219.<br />
1189 Holwerda 1923,153.<br />
170