Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Hadrianus</strong> bezocht in Keulen Platorius Nepos die tussen 119 en 122 <strong>stad</strong>houder <strong>van</strong> Neder-<br />
Germanië was. 1296 <strong>Hadrianus</strong> bezocht hoogst waarschijnlijk ook Xanten aangezien daar opvallend<br />
veel openbare gebouwen uit de tijd <strong>van</strong> <strong>Hadrianus</strong> dateren. Het gaat onder meer om het Capitolium,<br />
de zeldzaam grote openbare baden en de haventempel. 1297 Het is aannemelijk dat Nepos <strong>van</strong>uit<br />
Keulen met <strong>Hadrianus</strong> meetrok en onderweg het eveneens langs de Rijn (bij Xanten) gelegerde<br />
Zesde Legioen ‘Valeria Victrix’ meenam. Nepos volgde namelijk in 122 na Chr. Pompeius Falco op als<br />
gouverneur <strong>van</strong> Brittannië. Een inscriptie bevestigt dat het Zesde Legioen “overstak <strong>van</strong> Germanië<br />
naar Brittannië”. Een ander document uit Brittannië bevestigt dat Nepos op 17 juli 122 na Chr. samen<br />
met <strong>Hadrianus</strong> al in Groot Brittannië verbleef. 1298 Het Zesde Legioen was een echt ‘bouwlegioen’ dat<br />
sterk betrokken was bij de opbouw <strong>van</strong> Xanten en later bij de bouw <strong>van</strong> de Muur <strong>van</strong> <strong>Hadrianus</strong>. 1299<br />
Onderweg kan het Zesde Legioen in Voorburg dus ook een rol hebben gespeeld.<br />
<strong>Hadrianus</strong> bemoeide zich volgens Dio Cassius met allerlei details: “Hij bekeek en onderzocht<br />
werkelijk alles persoonlijk …greppels, borstweringen en palissades”. 1300 Tegen die achtergrond is het<br />
zeer aannemelijk dat <strong>Hadrianus</strong> ook het naar hem genoemde <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> persoonlijk aandeed.<br />
Daarbij komt dat <strong>Hadrianus</strong> een bijzondere belangstelling had voor het rechtssysteem en daarom<br />
graag gerechtsplaatsen aandeed, een functie die Voorburg als civitas hoofd<strong>stad</strong> ongetwijfeld al in die<br />
tijd vervulde. 1301 Vanaf Voorburg was binnen een dagmars de kust te bereiken <strong>van</strong>waar de tocht naar<br />
Brittannië vervolgd kon worden.<br />
Verderop zal worden gereconstrueerd dat Voorburg over de Romeinse wegen gemeten ongeveer<br />
310 kilometer <strong>van</strong> Keulen lag en circa 470 kilometer <strong>van</strong> Mainz. Met twintig tot dertig kilometer per<br />
dag, kon <strong>Hadrianus</strong> dus <strong>van</strong>uit Mainz in ruim twee tot ruim drie weken in Voorburg zijn. <strong>De</strong> reis zal in<br />
werkelijkheid aanzienlijk langer hebben geduurd in verband met de nodige tussenstops. Bijvoorbeeld<br />
in Bonn waar het Eerste Legioen was gelegerd waaraan hij zelf in 106 na Chr. nog leiding had<br />
gegeven. Gezien de militaire diensttijd <strong>van</strong> vijfentwintig jaar zal hij een deel <strong>van</strong> de manschappen zelfs<br />
nog gekend hebben. Een langere tussenstop in de provinciehoofd<strong>stad</strong> Keulen bij zijn vriend en<br />
gouverneur Nepos ligt ook voor de hand. Daarna zal hij een tussenstop hebben gemaakt in Xanten<br />
<strong>van</strong>waar zoals gezegd het zesde legioen met hem optrok. Terwijl de reis Mainz – Xanten (264<br />
kilometer) met de reissnelheid <strong>van</strong> <strong>Hadrianus</strong> in negen tot dertien dagen was af te leggen, kan het met<br />
de genoemde onderbrekingen al snel een maand hebben gekost. Tot Voorburg resteerde dan nog<br />
een afstand <strong>van</strong> ongeveer 200 kilometer, goed voor zeven tot tien dagen reizen. Op dit traject waren<br />
er minder bijzonderheden zodat het goed mogelijk is dat <strong>Hadrianus</strong> ruim binnen een maand <strong>van</strong>uit<br />
Xanten in Voorburg aankwam.<br />
Gezien de op te starten bouwactiviteiten, is het goed denkbaar dat <strong>Hadrianus</strong> enige tijd in<br />
Voorburg verbleef. <strong>De</strong> daadwerkelijke bouw kon hij uiteraard niet meemaken, maar wel bijvoorbeeld<br />
de formele stichting <strong>van</strong> <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> en bijbehorende religieuze plechtigheden. Omdat zijn reizen<br />
doorgaans goed waren voorbereid, viel zijn rol daarin goed te organiseren. Verder kon <strong>Hadrianus</strong><br />
desgewenst aandacht besteden aan de lokale rechtspraak in de gerechtsplaats Voorburg. Periodiek<br />
hield de <strong>stad</strong>houder <strong>van</strong> de provincie hier rechtszittingen voor het gehele Cananefaatse gebied. Het is<br />
goed mogelijk dat deze conventus werd gecombineerd met het bezoek <strong>van</strong> <strong>Hadrianus</strong> die sterk in het<br />
recht was geïnteresseerd. Verder kon <strong>Hadrianus</strong> de castella in de omgeving inspecteren en de door<br />
hem zo geliefde jacht bedrijven. 1302 Indien <strong>Hadrianus</strong> in Voorburg ook gezanten ontving, kan het<br />
verblijf zeker enkele weken hebben geduurd.<br />
Maar het is niet erg aannemelijk dat <strong>Hadrianus</strong> maandenlang in het nietige Voorburg verbleef,<br />
temeer omdat er in de omgeving niet al teveel viel te beleven. Dat maakt het vrij aannemelijk dat<br />
<strong>Hadrianus</strong> in het voorjaar <strong>van</strong> 122 na Chr. in Voorburg verbleef. Op het vervolgtraject richting Groot-<br />
Brittannië waren er immers ook niet zoveel aanleidingen de reis te onderbreken, tenzij hij uitstapjes<br />
heeft gemaakt naar het binnenland. En de oversteek naar Groot-Brittannië vond waarschijnlijk pas in<br />
de zomer plaats. Een militair diploma <strong>van</strong> 17 juli 122 na Chr. geeft namelijk aan dat Julius Nepos<br />
zojuist was benoemd tot <strong>stad</strong>houder <strong>van</strong> Groot Brittannië. Dat maakt aannemelijk dat <strong>Hadrianus</strong> kort<br />
daarvoor was aangekomen omdat zijn vriend Nepos hoogst waarschijnlijk met hem meereisde.<br />
Halfmann acht daarom een oversteek in juni/juli <strong>van</strong> het jaar 122 na Chr. het aannemelijkst. 1303 Veel<br />
1296<br />
Eck 2004,700.<br />
1297<br />
Precht 2008a,206; Precht 2008b,308-309.<br />
1298<br />
Birley 1997,122, 124 en 127.<br />
1299<br />
Hessing 1999a,154-155; Geyer 1999,140-141.<br />
1300<br />
Grabsky 1997,147.<br />
1301<br />
Halfmann 1986,152.<br />
1302<br />
Vergelijk Halfmann 1986,124 en 152.<br />
1303<br />
Halfmann 1986,195-196; Birley 1997,113, 121 en 123-127; Grabsky 1997,140 en 145; Hessing 1999a,154; diploma CIL XVI<br />
69.<br />
184