Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
sporen <strong>van</strong> dergelijke monumenten zijn opgegraven, bijvoorbeeld de sterk gelijkende nautae-pijler uit<br />
Parijs die eveneens in de tijd <strong>van</strong> Tiberius is opgericht. 1034<br />
<strong>De</strong> Nijmeegse nederzetting was naar schatting tien tot uiteindelijk twintig hectare groot. <strong>De</strong><br />
nederzetting kreeg halverwege de 1e eeuw na Chr. een belangrijke economische impuls zoals onder<br />
meer blijkt uit de toevoeging <strong>van</strong> stenen kelders aan de houten huizen en de toename <strong>van</strong> het aantal<br />
graven. In één zo’n kelder bevond zich een grote hoeveelheid amforen, mogelijk de voorraad <strong>van</strong> een<br />
handelaar of herbergier, passend bij een geromaniseerde nederzetting. Ook is het terrein een<br />
gegeven moment omgeven met een greppel die een gebied <strong>van</strong> naar schatting 28 hectare omsloot,<br />
waar<strong>van</strong> sommige delen onbebouwd bleven. Blijkens het grafveld aan de oostzijde telde de<br />
nederzetting zevenhonderd tot twaalfhonderd inwoners, waaronder ook vrouwen en kinderen. 1035 Naar<br />
wordt aangenomen was de plaats identiek met het door Tacitus genoemde Oppidum Batavorum, “<strong>stad</strong><br />
in het land <strong>van</strong> de Bataven”. 1036<br />
Veel meer is over het uiterlijk <strong>van</strong> deze nederzetting nog niet bekend. <strong>De</strong> weinige sporen zonder<br />
bijvoorbeeld restanten <strong>van</strong> marktplaatsen (fora) maken het verleidelijk te veronderstellen dat de eerste<br />
nederzettingen nog vrij eenvoudig waren. Maar sinds 1993 in het Duitse Lahnau-Waldgirmes bij Mainz<br />
uitgevoerde opgravingen geven een ander beeld. Daar heeft een vroege nederzetting wel degelijk<br />
stedelijke elementen zoals een forum, zij het in een eenvoudige verschijningsvorm. <strong>De</strong>ze rond het<br />
begin <strong>van</strong> de jaartelling opgerichte plaats is direct na de Varus-slag <strong>van</strong> 9 na Chr. verlaten en geeft<br />
daarom een uniek beeld <strong>van</strong> de basisopzet <strong>van</strong> zo’n vroege Romeinse nederzetting (afb. 4.14). <strong>De</strong><br />
nederzetting lag binnen een eenvoudige omwalling met greppels en was 7,7 hectare groot, en dus<br />
enigszins vergelijkbaar met de aan<strong>van</strong>kelijke om<strong>van</strong>g in Nijmegen. In het centrum lag een eenvoudig<br />
forum <strong>van</strong> 45 bij 43 meter, een houten constructie op stenen sokkels. Op het marktplein stond onder<br />
meer een verguld bronzen ruiterstandbeeld. <strong>De</strong> hoofdwegen waren omzoomd met circa drie meter<br />
brede zuilengalerijen met erachter gebouwen die vaak open waren aan de straatzijde, wat<br />
karakteristiek is voor winkels langs de hoofdstraten <strong>van</strong> Romeinse steden. Ook zijn er twaalf meter<br />
brede huizen aangetroffen die verwant zijn aan het bekende atriumtype. Verder bevond zich binnen<br />
de omwalling onder meer een pottenbakkersoven. 1037 <strong>De</strong> voor dit soort nederzettingen gehanteerde<br />
term ‘proto-urbaan’ past bij het pionierskarakter <strong>van</strong> dergelijke plaatsen, maar staat blijkens deze<br />
sporen niet voor primitiviteit.<br />
Dat in Nijmegen een circa duizend inwoners tellende nederzetting kon ontstaan, viel zoals gezegd<br />
waarschijnlijk te danken aan de nabijheid <strong>van</strong> een belangrijke legermacht. <strong>De</strong> betreffende soldaten<br />
genoten een goed inkomen en hadden daarom het nodige te besteden. In het Hollandse en Belgische<br />
kustgebied lijken in het begin <strong>van</strong> de 1 e eeuw niet <strong>van</strong> dergelijke nederzettingen ontstaan te zijn. 1038<br />
Dat valt te verklaren. <strong>De</strong> inheemse maatschappij ontwikkelde zich niet uit zichzelf in die richting en er<br />
waren in de beginfase ook geen grote legereenheden in de buurt. Resteerde de bestuurlijke functie,<br />
maar die werd voor het Cananefaatse gebied in de eerste decennia <strong>van</strong> de 1 e eeuw waarschijnlijk<br />
<strong>van</strong>uit Nijmegen waargenomen. Er is althans (nog) niets dat erop wijst dat de Cananefaten toen zelf al<br />
over een bestuurscentrum beschikten. <strong>De</strong> verspreiding <strong>van</strong> de Keltische munten kan daar ook op<br />
wijzen. <strong>De</strong>ze zijn in het kustgebied niet of nauwelijks gevonden, wat een aanwijzing kan zijn dat de<br />
door Tacitus genoemde Cananefaatse elite pas in het kustgebied aankwam toen deze Keltische<br />
munten niet meer in omloop waren. Mogelijk verbleven ze aan<strong>van</strong>kelijk in of nabij het centrum bij<br />
Kessel/Lith waar de meeste Keltische munten zijn opgegraven. 1039 Overigens valt niet uit te sluiten dat<br />
de vondstomstandigheden een vertekend beeld geven aangezien veel vindplaatsen in het gebied <strong>van</strong><br />
de Cananefaten door een laag klein zijn overdekt waardoor losse detectorvondsten uit deze periode<br />
buiten opgravingen uiterst zeldzaam zijn. Dat effect wordt nog verstrekt door het feit dat de vele<br />
weilanden zich slecht lenen voor het zoeken met metaaldetectoren. In het Bataafse gebied zijn de<br />
omstandigheden veel gunstiger voor het zoeken met een detector.<br />
<strong>De</strong> Claudische impuls<br />
Het Zuid-Hollandse kustgebied kreeg in de beginperiode dus weinig aandacht <strong>van</strong> de Romeinen. Dat<br />
werd anders toen rond 40 na Chr. plannen ontstonden voor de verovering <strong>van</strong> Groot Brittannië, plannen<br />
1034<br />
Van Enckevort en Thijssen 2002a,29-30; Panhuysen 2002,15, 26, 28, 35, 42 en 44.<br />
1035<br />
Bloemers 1990,75-76 en fig. 6.2 en 6.3; Bloemers 1990,76 schat 1500-2000 graven op 1,5 ha (waar<strong>van</strong> ca. 150 graven<br />
goed bekend), bij een levensverwachting <strong>van</strong> 25-30 jaar en een archeologisch vastgestelde gebruiksduur <strong>van</strong> het grafveld <strong>van</strong><br />
circa 50 jaar, is er plaats voor 675 – 1200 personen; Van Enckevort en Thijssen 2000b,94.<br />
1036<br />
Bloemers 1978,80; Bloemers 1990,82; Bogaers 1988,30; Willems 1990,31 en 35.<br />
1037<br />
Becker en Rasbach 2003; Von Schnurbein 2003; Von Schnurbein 2006.<br />
1038<br />
Vanderhoeven 1996,191: niet bij Cananefaten, maar naar het schijnt ook niet zuidelijker bij de Frisiavones, de Menapiers en<br />
de Morini.<br />
1039<br />
Roymans en Van der Sanden 1980; Recent Aarts 2005,55 over de verspreiding.<br />
152