02.05.2013 Views

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

nederzetting al weer rond 9 na Chr. is opgegeven. Waldgirmes biedt zodoende een uniek beeld <strong>van</strong><br />

een net opgerichte <strong>stad</strong> in het noordelijk gebied. 1397 Beide nederzettingen zijn gemeten over de oostwest<br />

gerichte hoofdas (decumanus) ongeveer even breed. Verder vertonen beide de taps toelopende<br />

vorm <strong>van</strong> de <strong>stad</strong>sgrens.<br />

<strong>De</strong> westelijke en noordelijke <strong>stad</strong>sgrens <strong>van</strong> <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong><br />

Het verloop <strong>van</strong> de binnenste en tevens oudste gracht is <strong>van</strong> belang om de oorspronkelijke om<strong>van</strong>g<br />

<strong>van</strong> <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> te reconstrueren (afb. 4.2 en 4.16). Het helpt daarbij dat later langs deze gracht<br />

de <strong>stad</strong>smuur is gebouwd. <strong>De</strong> ligging <strong>van</strong> de <strong>stad</strong>smuur kan zo soms extra aanknopingspunten bieden<br />

voor het herkennen <strong>van</strong> de binnenste gracht die circa acht meter buiten de muur lag. Waarschijnlijk<br />

tegelijk met de <strong>stad</strong>smuur is de buitenste gracht aangelegd. Daarmee is bij elkaar sprake <strong>van</strong> een<br />

circa vijftien meter brede verdedigingsgordel die het gemakkelijker maakt de oorspronkelijke<br />

<strong>stad</strong>sgrens te herkennen. Terwijl de westelijke <strong>stad</strong>sgrens vrij goed bekend is, bestaat er veel meer<br />

onzekerheid over de noordelijke, oostelijke en zuidelijke grens. Daarom zal daar de komende<br />

paragrafen uitvoeriger bij stil worden gestaan na een korte schets <strong>van</strong> de situatie in het westen. <strong>De</strong><br />

bouwkundige details <strong>van</strong> de gracht en latere <strong>stad</strong>smuur komen in hoofdstuk 9 aan bod, inclusief een<br />

reconstructie <strong>van</strong> het uiterlijk.<br />

Het westelijk deel <strong>van</strong> de binnenste gracht is <strong>van</strong>af de noordwesthoek ruim driehonderd meter<br />

naar het zuiden te volgen (afb. 4.2). <strong>De</strong> latere stenen <strong>stad</strong>smuur is nog verder in de richting <strong>van</strong> de<br />

Vliet aangeboord, maar langs dat deel <strong>van</strong> de muur is niet naar de gracht gegraven. Holwerda vond in<br />

1910 iets ten noorden <strong>van</strong> de kleine westpoort het tot nu toe enig kompleet bekende stuk <strong>van</strong> het<br />

muurfundament. Het fundament was een meter hoog en stak tot 0,2 meter beneden NAP in de grond.<br />

Het Romeinse loopniveau bevond zich er ongeveer 1,05 meter boven NAP zodat het opgaande<br />

muurwerk ongeveer een kwart meter in de grond stak. Van belang is hier dat het fundament minder<br />

diep ging dan de grachten. Vlak in de buurt <strong>van</strong> het komplete fundament stak de binnenste gracht tot<br />

0,82 meter beneden NAP in de bodem, en de buitenste gracht tot 0,6 meter beneden NAP. <strong>De</strong><br />

onderkant <strong>van</strong> het fundament lag hier dus 0,62 en 0,4 meter boven de bodem <strong>van</strong> de gracht. 1398<br />

Vanuit de noordwesthoek konden de noordelijke verdedigingswerken ook een behoorlijk eind naar<br />

het oosten in kaart worden gebracht. <strong>De</strong> sporen in de richting <strong>van</strong> het oosten volgend, trof Holwerda in<br />

een aantal sleuven de noordelijke <strong>stad</strong>smuur plus grachten aan (afb. 9.1). Wel lag een deel <strong>van</strong> de<br />

buitenste gracht onder de voorganger <strong>van</strong> de Prinses Mariannelaan waardoor de situatie bij de<br />

noordelijke muur minder goed is vastgelegd. Bij de noordwesthoek geeft Holwerda op zijn<br />

gepubliceerde kaart voor de binnenste gracht dieptes <strong>van</strong> 0,63 en 0,64 meter beneden NAP. En voor<br />

de buitenste gracht stelde hij een diepte <strong>van</strong> 0,66 meter beneden NAP vast. <strong>De</strong> verdedigingswerken<br />

konden iets verderop door hem kompleet worden onderzocht in het aangrenzende terrein, dat<br />

voorheen door Reuvens was opgegraven. In twee proefsleuven die Holwerda al in 1908 had<br />

gegraven, bevonden zich resten <strong>van</strong> zowel de <strong>stad</strong>smuur als de grachten. Vooral in de oostelijke sleuf<br />

waren die vrij goed bewaard. 1399 Dat blijkt belangrijke informatie op te leveren voor de reconstructie<br />

<strong>van</strong> het verdere verloop <strong>van</strong> de <strong>stad</strong>sgrens in oostelijke richting.<br />

<strong>De</strong> meest oostelijke proefsleuf lag bijna dertig meter ten westen <strong>van</strong> de toenmalige oprijlaan, de<br />

huidige Arentsburghlaan. “Ongeveer 1,10 M diep onder den tegenwoordigen bodem lag daar een<br />

kolossale fundamentmuur 1,30 M breed en nog 80 cM diep gefundeerd in den zandgrond” aldus<br />

Holwerda in zijn verslag. 1400 Ook merkt hij op dat in de volgende westelijker gelegen sleuf het<br />

fundament slechts 20 centimeter hoog was bewaard. Holwerda maakte <strong>van</strong> beide sleuven een<br />

profieltekening en vlaktekening. Op de vlaktekening staat bij het muurfundament in de oostelijke sleuf<br />

een dieptemaat <strong>van</strong> -0,28 en bij de westelijke sleuf -0,90. Het verschil <strong>van</strong> 62 centimeter klopt met de<br />

bewaard gebleven hoogtes <strong>van</strong> het fundament zoals Holwerda die noemde (80 versus 20 centimeter).<br />

<strong>De</strong> dieptematen verwijzen kennelijk naar de bewaard gebleven hoogte en niet de diepte <strong>van</strong> het<br />

fundament. Dat betekent dat de onderkant <strong>van</strong> het best bewaard gebleven oostelijke fundament zich<br />

0,8 meter dieper bevond dan genoemde -0,28. Dat is een fundamentdiepte <strong>van</strong> 1,08 meter beneden<br />

Holwerda’s nulpunt.<br />

<strong>De</strong> NAP-hoogte <strong>van</strong> zijn nulpunt valt te reconstrueren. Zoals gezegd bevond in de buurt <strong>van</strong> de<br />

kleine poort de onderzijde <strong>van</strong> het komplete fundament zich 0,2 meter beneden NAP. Als dat in deze<br />

proefsleuf ook het geval was, dan zou het aan de weg gelegen nulpunt <strong>van</strong> Holwerda op 0,88 meter<br />

1397<br />

Becker en Rasbach 2003; Von Schnurbein 2003; Buijtendorp 2003,192-193 en afb. 3; Von Schnurbein 2006.<br />

1398<br />

Holwerda en Evelein 1911,15-16 en 105.<br />

1399<br />

Holwerda 1909d; Holwerda 1911,12 en afb. 29; Holwerda 1923,9.<br />

1400<br />

Holwerda 1909d,64 en afb. 29; Holwerda en Evelein 1911,15; Holwerda 1923,8; in RMO bewaarde profieltekening <strong>van</strong> sleuf<br />

I (zie bijlage M onder N1) schaal 1 : 50.<br />

196

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!