Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
en/of in het begin <strong>van</strong> de 3 e eeuw in een of meer fasen voor flinke overlast gezorgd lijkt te hebben. Dat<br />
zou werkzaamheden aan de Voorburgse haven in die periode mede kunnen verklaren, waarover meer<br />
in hoofdstuk 7. 893<br />
<strong>De</strong> aanwijzingen voor overstromingen in Romeins Voorburg in de 1 e tot en met begin 3 e eeuw zijn<br />
zeer interessant. Lange tijd is aangenomen dat de grootste overstromingen al aan het eind <strong>van</strong> de<br />
IJzertijd waren geëindigd, wat lang als de Duinkerken I transgressiefase is aangeduid. Daarna zou pas<br />
met de Duinkerken II transgressiefase <strong>van</strong>af het midden <strong>van</strong> de 3 e eeuw de zee weer bovengemiddeld<br />
actief zijn geworden. <strong>De</strong> afgelopen tijd is deze indeling echter losgelaten omdat steeds duidelijker<br />
wordt dat er aanzienlijke lokale verschillen zijn. Hierboven werd bijvoorbeeld gewezen op de<br />
verhoogde activiteit in de 1 e eeuw bij Vlaardingen en de vorming <strong>van</strong> een geul bij Valkenburg in het<br />
begin <strong>van</strong> de 2 e eeuw.<br />
Gezien het bredere belang, zou de Voorburgse kleilaag D voor verwijzing in ruimere context een<br />
aparte aanduiding kunnen krijgen. Het is vrij gebruikelijk dit soort lagen naar de plaats <strong>van</strong> eerste<br />
ontdekking te noemen. Omdat de Oude Duinen, inclusief de strandwal onder <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong>, al met<br />
de Laag <strong>van</strong> Voorburg worden aangeduid, is hier de aanduiding Laag <strong>van</strong> Arentsburg toepasselijk. <strong>De</strong><br />
Romeinse kleilagen zijn immers door Van Giffen, Holwerda, Bogaers, Hallewas, <strong>De</strong> Jager, BAAC en<br />
het AAC vlak voor de deur <strong>van</strong> het landhuis Arentsburg aangetroffen. Laag D1 en D2, bovenop de<br />
Gantellaag (laag E) zouden dan de Laag <strong>van</strong> Arentsburg heten. Er valt nog een nader onderscheid te<br />
maken tussen laag Arentsburg Ia (D1) en laag Arentsburg Ib (D2). Het extra laagje D3 dat door het<br />
AAC en waarschijnlijk Hallewas is opgegraven, kan dan met Arentsburg Ic worden aangeduid.<br />
Incidenteel komt in het gebied ook nog een latere kleiafzetting voor <strong>van</strong> wat lange tijd de Duinkerken II<br />
(circa 250 – 600 na Chr.) en III (latere Middeleeuwen) transgressie is genoemd, maar die nu bekend<br />
staat als de Laag <strong>van</strong> Poeldijk. 894 Zoals besproken aan het eind <strong>van</strong> hoofdstuk 8, zijn bij de opgraving<br />
<strong>van</strong> het AAC in Voorburg ook natuurlijke afzettingen uit de Middeleeuwen aangetroffen. <strong>De</strong>ze late<br />
kleilaagjes kunnen dan eventueel doorgenummerd worden als Arentsburg IIa en IIb. 895<br />
Het nader ingevulde idaalprofiel is in tabel 2.1 samengevat. Complicatie is dat de chronologie<br />
complexer is dan de alfabetische volgorde suggereert. Zo is tijdens het onderzoek <strong>van</strong> het AAC in<br />
werkput 3 een enkele decimeters dikke akkerlaag uit de IJzertijd gevonden op de top <strong>van</strong> de<br />
strandwal. <strong>De</strong> top <strong>van</strong> de strandwal lag hier circa 0,9 meter beneden NAP en de top <strong>van</strong> de akkerlaag<br />
op ongeveer 0,7 meter beneden NAP, het latere Romeinse loopniveau. 896 <strong>De</strong>ze laag is mogelijk deels<br />
gevormd in de periode tussen het afzetten <strong>van</strong> kleilaag D1 en D2. Bij het zuiver volgen <strong>van</strong> de<br />
alfabetische volgorde, zou dat een D-code opleveren. Maar het is met de beperkte huidige kennis<br />
beter werkbaar om deze laag als de eerste bewoningslaag C1 aan te duiden. <strong>De</strong> hier en daar in de<br />
vroeg-Romeinse tijd gevormde laag met sporen <strong>van</strong> stuifzand wordt dan laag C2, en de latere<br />
Romeinse bewoningslaag valt met C3 aan te duiden (afb. 1.8).<br />
<strong>De</strong> uitwerking <strong>van</strong> de opgraving <strong>van</strong> het AAC levert waarschijnlijk meer details op. Zo biedt een<br />
nadere datering <strong>van</strong> de overspoelde houtconstructies mogelijk meer aanknopingspunten. Verder<br />
wordt de afgelopen jaren veel succes geboekt met het dateren <strong>van</strong> sedimenten op basis <strong>van</strong> Optisch<br />
Gestimuleerde Luminescentie, een in 1984 uitgevonden techniek. Bij het onderzoek in 2003 naar de<br />
sedimenten bij het schip <strong>De</strong> Meern bleken de uitkomsten redelijk goed te kloppen met daar op andere<br />
wijze verkregen dateringen. 897 Dichter in de buurt zijn met die techniek in 2007 in Wateringen<br />
kleiafzettingen gedateerd met zeer geloofwaardige uitkomsten. 898 Ook zal het onderzoek in werkput 3<br />
meer inzicht opleveren in de pre-Romeinse bodemvorming zoals de cultuurlaag die daar in de IJzertijd<br />
op de strandwal is afgezet en het (verspoelde) stuifzand of loopzand in de top <strong>van</strong> de strandwal.<br />
<strong>De</strong> hoogte <strong>van</strong> het loopniveau<br />
<strong>De</strong> hoogte <strong>van</strong> het loopniveau voegt letterlijk een derde dimensie toe aan het beeld <strong>van</strong> de Romeinse<br />
nederzetting. Het door Reuvens en Holwerda opgegraven terrein vormt tegenwoordig een lichte<br />
verhoging. Dat is met ruim een meter niveauverschil het duidelijkst zichtbaar langs de<br />
Arentsburghlaan. Bij een klein onderzoek in 1908 gaf Holwerda al aan dat het toenmalige weiland<br />
destijds 1,1 tot 1,3 meter lager lag. 899 Direct ten oosten <strong>van</strong> de Arentsburghlaan bevindt zich nog<br />
steeds een talud naar een als gevolg <strong>van</strong> afgravingen lager liggend terrein, een situatie die al bestond<br />
893 Zie begin hoofdstuk 7.<br />
894 Bink en Franzen 2009,62 en 75; Nieuwe geologische kaart <strong>van</strong> <strong>De</strong>n Haag en Rijswijk (3 e editie), 2007.<br />
895 Een alternatief is het eenvoudig doornummeren als Arentsburg 1 t/m 5, maar dat doet minder recht aan het onderlinge<br />
tijdsverschil en is ook minder flexibel bij latere aanvullingen.<br />
896 Van Dinter 2009a,27 tabel 3.4 werkput 3 profielbak 6495.<br />
897 Wallinga 2007.<br />
898 Eimermann 2009c,30-31.<br />
899 Holwerda 1909,67-68 en afb. XXIX<br />
133