02.05.2013 Views

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Blijkens de foto’s was het terrein tijdens de graafcampagnes een kraterlandschap <strong>van</strong> sleuven en<br />

grote storthopen (afb. 9.20). Daardoor kon Holwerda zijn metingen over grotere afstand niet over de<br />

grond uitvoeren. Om te voorkomen dat de in de weg liggende storthopen steeds weggehaald moesten<br />

worden, voerde Holwerda de metingen op hoger niveau uit. Daartoe werden door hem “planchet en<br />

vizierliniaal” gebruikt. Het planchet (meettafel) was een tekenbord op drie poten met erop een vizierlineaal<br />

om richtingen te kunnen bepalen. Het handige was dat de metingen direct in een kaart werden vertaald.<br />

Dat maakte controle eenvoudiger. 510 “Van twee enigszins hooge opstellingen kan men dan over de<br />

gronddepots heen zien naar het punt dat in kaart moet worden gebracht” aldus Holwerda. Op een door<br />

Holwerda gepubliceerde afbeelding zijn de uitgezette driehoeken zichtbaar. Bij de punten P (rechtsonder)<br />

en Q (rechtsboven) op zijn kaartje was het planchet <strong>van</strong> Holwerda opgesteld. Hij liet <strong>van</strong>af 1913 zijn<br />

metingen onafhankelijk controleren door de secretaris <strong>van</strong> de ‘Vereeniging Arentsburgh’, de<br />

gepensioneerde Generaal-Majoor J.P. Koolemans Beijnen. 511 Op Holwerda’s foto’s zijn jalons en<br />

meetbaken zichtbaar zoals die tegenwoordig nog steeds bij opgravingen worden gebruikt. Het was<br />

blijkens het eerste opgravingsverslag prof. Heuvelink die “de goedheid had met eenige <strong>De</strong>lftsche jongelui<br />

ons de juiste hoogte <strong>van</strong> het Amsterdamsche peil aan te geven”. 512 Het destijds gehanteerde<br />

“Amsterdamsche Peil” was sinds 1818 landelijk erkend en identiek aan het huidige NAP (Normaal<br />

Amsterdams Peil). 513 Holwerda gebruikte die metingen onder meer om de dieptematen <strong>van</strong> grondsporen<br />

in te meten en liet deze vastleggen op zijn opgravingskaart. Zijn NAP hoogtes blijken consistent met<br />

latere waarnemingen. 514 Op zijn oorspronkelijke kaart gebruikte Holwerda ook spoornummers, maar die<br />

staan niet op de in 1923 gepubliceerde kaart in zijn eindverslag. 515<br />

Voor de koppeling <strong>van</strong> zijn opgravingskaart aan de huidige kadastrale kaart, is het belangrijk te weten<br />

dat Holwerda per jaar een perceel <strong>van</strong> het weiland voor onderzoek kreeg toegewezen. <strong>De</strong>ze werden<br />

goed afgeschermd zoals een bericht over de eerste opgravingsweek eind mei 1910 illustreert,<br />

geschreven door een verslaggever <strong>van</strong> de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Aan de kant <strong>van</strong> de<br />

openbare weg stond “een houten schutting, die een brok weiland verborgen houdt voor de oogen der<br />

onbescheidenen”. Erachter trof hij de opgravers en hun eerste sleuven, en zag hoe “eenige Rijswijksche<br />

jongetjes” scherven wasten. “En voor de belangstellenden vindt men tegenover den ingang ettelijke<br />

scherven en brokken tentoongesteld”. 516 In het betreffende verslag is op een foto te zien dat aan de kant<br />

<strong>van</strong> de Vliet het terrein wordt afgescheiden door een eenvoudige afscheiding met draad en palen zodat<br />

de schutting kennelijk bedoeld was om het zicht weg te nemen <strong>van</strong>af de straatzijde, de huidige Prinses<br />

Mariannelaan. 517 In het volgende verslag is op een kaart de perceelindeling <strong>van</strong> het weiland zichtbaar,<br />

met ook andere belangrijke kadastrale gegevens zoals de ligging <strong>van</strong> de oprijlanen, sloten en de Vliet. In<br />

het verslag over 1912 is te zien hoe wederom een tijdelijke houten schutting aan de straatzijde het dat<br />

jaar opgegraven terrein afbakent <strong>van</strong> het aangrenzende perceel dat in de voorgaande campagne <strong>van</strong><br />

1910 – 1911 was onderzocht. 518 In de correspondentie uit het archief <strong>van</strong> de Vereniging Arentsburg valt<br />

onder meer te lezen hoe Holwerda materiaal voor een twee meter hoge houten schutting budgetteert.<br />

Holwerda begon zijn opgraving in de Voorburgse weilanden doorgaans eind mei en stopte veelal<br />

begin juli. Jaarlijks werd dus ruim één maand gegraven. 519 <strong>De</strong> campagnes begonnen met het<br />

“ontzoden” <strong>van</strong> de betreffende stukken weiland en eindigde met het “dichten en ontruimen <strong>van</strong> het<br />

terrein”. Daartoe ging een flinke ploeg aan de slag omdat alles met de hand uitgegraven moest<br />

worden. Zo werkte Holwerda in 1914 met “gemiddeld 16 – 20 arbeiders, 6 voorwerkers, 3 of 4<br />

schervenwasschers en 1 nachtwaker”. Op een foto <strong>van</strong> de voltallige werkploeg zijn 38 personen te<br />

zien. A. Scholten en A. Bos <strong>van</strong> Gortel waren zijn vaste voorgravers en technisch assistenten in het<br />

veld. 520<br />

Bij gebrek aan grote machinale werktuigen, stond de Leidse archeoloog in zijn tijd voor de<br />

uitdaging met beperkte middelen toch een groot oppervlak te onderzoeken. Hij gebruikte daartoe de<br />

sleuvenmethode die ook in Voorburg ruim is toegepast en waarmee Reuvens al wat ervaring had<br />

510 Pouls 1997,110,118,129-130, 277 en afb. 7.28-29.<br />

511 Holwerda 1915a,2-3 en afb. 1; Holwerda 1916,7; Buijtendorp 1987a, noot 44.<br />

512 Holwerda 1911,12; Holwerda 1910e,240-242.<br />

513 Pouls 1997,132, 237 en 347-348.<br />

514 Bijvoorbeeld het in 1988 gemeten niveau waarop hout was bewaard en de diepte <strong>van</strong> de paalkuilen <strong>van</strong> de weg, en de in<br />

1992 gemeten diepte <strong>van</strong> de gracht.<br />

515 Spoornummers staan op enkele kaarten in zowel archief RMO als archief ereniging Arentsburg, in Nationaal Archief <strong>De</strong>n<br />

Haag; zie ook Holwerda 1912b, afb. 1.<br />

516 NRC 29 mei 1910, uit rode map uit het geveilde achief <strong>van</strong> Van Giffen (Buijtendorp 2007b,62 en noot 18), nu bezit <strong>van</strong> G. M.<br />

Duijvestein te Voorburg (de opgraving was zondag 22 mei begonnen).<br />

517 Holwerda 1911 afb. 36.<br />

518<br />

Holwerda 1912 afb 6; Holwerda 1913 afb. 9.<br />

519<br />

Uit verslagen: 2 mei – 7 juli (1910), 2 mei – 1 juli (1911), eind mei – begin juli (1912), kort proefonderzoek (1913), 25 mei –<br />

juli (1914) en 25 mei – 22 juni(1915).<br />

520<br />

Holwerda 1915a,2; Vergelijkbare aantallen in het volgende jaar (Holwerda 1916,3); Holwerda 1913,2 over voorwerkers; foto<br />

bij Buijtendorp 2006e,246.<br />

83

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!