02.05.2013 Views

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>De</strong> sporen <strong>van</strong> Holwerda zijn zeer inkompleet. Maar bij het doortrekken <strong>van</strong> in elkaars verlengde<br />

liggende sporen lijkt een greppelsysteem herkenbaar zoals dat aan de andere kant <strong>van</strong> de Vliet bij de<br />

nederzetting Leeuwenbergh is opgegraven, en iets verder weg bij Rijswijk-<strong>De</strong> Bult. 1102 Bij de sporen<br />

<strong>van</strong> Holwerda duiden kleinere kavels tussen de latere insula I en II inderdaad op de nabijheid <strong>van</strong> een<br />

woonerf daar (afb. 3.1). Daarbuiten waren er waarschijnlijk grotere percelen. <strong>De</strong> afstand tussen de<br />

lange greppels lijkt ruim veertig en ruim tachtig meter te bedragen. Dat komt in de buurt <strong>van</strong> een en<br />

twee Romeinse actus, een lengtemaat <strong>van</strong> 120 voet (35,5 meter) die ook bij onder meer de<br />

landindeling in Midden-<strong>De</strong>lfland is gebruikt. Bij deze vroege Voorburgse inheemse nederzetting zou<br />

een wat langere inheemse voetmaat gebruikt kunnen zijn. Zo was de lokaal gebruikte Pes Drusianus<br />

met 33,27 centimeter ongeveer een achtste langer dan de Romeinse voet. Honderdtwintig voeten <strong>van</strong><br />

33,5 centimeter hebben een totale lengte <strong>van</strong> 40,2 meter, wat nog meer in de buurt komt <strong>van</strong> de<br />

waargenomen afstand.<br />

Zoals besproken aan het eind <strong>van</strong> hoofdstuk 2, is op verschillende plaatsen een cultuurlaag<br />

gevonden met hoofdzakelijk handgevormd aardewerk uit de late IJzertijd en-of vroeg-Romeinse<br />

periode (tabel 2.1). Het betrof een één decimeter tot soms een kwart meter dik lichtgrijs zanderig laag<br />

op het schone zand <strong>van</strong> de strandwal (afb. 1.8). Erboven bevond zich deels een laag stuifzand die tot<br />

soms vijftien centimeter dik was, met daarboven resten <strong>van</strong> de jongere Romeinse nederzetting. <strong>De</strong><br />

laag is in de winter <strong>van</strong> 1984 – 1985 aangetroffen in het Volkstuinencomplex langs het talud <strong>van</strong> de<br />

Arentsburghlaan. Een vijftal jaren later, in 1990, is ook langs de Arentsburghlaan, op zestig meter<br />

afstand, dezelfde laag opgegraven. 1103 En weer vijf jaar later, in 1995, kwam het pakket nogmaals<br />

tevoorschijn op meer dan honderd meter afstand in de buurt <strong>van</strong> genoemde kleine kavels <strong>van</strong><br />

Holwerda (afb. 3.1). Onder de vondsten daar bevond zich toen onder meer een stuk terra nigra dat<br />

waarschijnlijk in de jaren 40 – 70 na Chr. dateert. Verder was er handgevormd aardewerk dat mogelijk<br />

zuidelijke invloeden vertoont. 1104 Het stuk terra nigra duidt erop dat de betreffende laag niet uit de late<br />

IJzertijd dateert, maar uit de vroeg-Romeinse periode. Interessant genoeg is een ongeveer even dikke<br />

zandlaag ook al in 1828 door Reuvens opgetekend in een profiel (afb. 1.8). Het gaat om een profiel op<br />

de plek <strong>van</strong> de latere <strong>stad</strong>svilla in insula VII. Bij een waarneming grofweg honderd meter<br />

noordoostelijker vond veldtechnicus Buisman in de winter <strong>van</strong> 1964-65 in de volkstuinen ook een laag<br />

stuifzand in het meest noordwestelijke volkstuintje. In die oude bewoningslaag bevonden zich onder<br />

het stuifzand Romeinse scherven en tegulafragmenten. 1105 Belangrijk is de vondst <strong>van</strong><br />

tegulafragmenten onder het stuifzand, wat bevestigt dat deze stuiflaag uit de Romeinse tijd dateert.<br />

<strong>De</strong> stuiflaag is door Reuvens ten opzichte <strong>van</strong> zijn genoemde profiel ook een kleine honderd meter<br />

zuidelijker aangetroffen in een bijna 45 meter lang profiel dat hij liet maken in insula VIII (afb. 9.1). <strong>De</strong><br />

zandlaag over de inheemse/ vroeg-Romeinse laag kan inderdaad een stuiflaag zijn geweest zoals die<br />

wel vaker voorkomt op de zandige strandwallen, ook nog in de Romeinse periode. Maar er valt ook<br />

aan een egalisatielaag te denken. 1106 Mogelijk kwam de laag nog zo’n honderd meter oostelijker voor,<br />

direct ten oosten <strong>van</strong> de volkstuinen. In 1992 bevond zich daar namelijk in een proefsleuf <strong>van</strong> de ROB<br />

“plaatselijk onder het Romeinse niveau een lichtbruine laag waarin inheems materiaal” 1107 Al met zijn<br />

in het door Reuvens onderzochte terrein <strong>van</strong> de latere insulae VI, VII en VIII op verschillende plaatsen<br />

sporen <strong>van</strong> de oude cultuurlaag aangetroffen, inclusief waarnemingen aan de oostelijke rand <strong>van</strong> dit<br />

terrein in de volkstuinen.<br />

Holwerda keek op zijn terrein zoals gezegd nauwelijks naar dit soort lagen, maar herkende wel<br />

sporen uit deze periode. Hij stelt dat de inheemse sporen zich concentreerden in het noordwesten <strong>van</strong><br />

het terrein ter hoogte <strong>van</strong> de latere toegangsweg tussen insula I en II. Volgens Holwerda was dit in de<br />

Romeinse tijd het hoogste punt <strong>van</strong> het door hem opgegraven terrein. 1108 Dat maakt het een logische<br />

plek voor bewoning omdat daar het minst hinder bestond <strong>van</strong> afstromend regenwater. Bij een klein<br />

proefonderzoek zijn in het voorjaar <strong>van</strong> 1995 op deze plek, ten noorden <strong>van</strong> de latere weg, ook vroege<br />

sporen aangetroffen. 1109 Het ging onder meer om een afvalkuil met materiaal <strong>van</strong> voor de Bataafse<br />

opstand <strong>van</strong> 69 na Chr., waaronder het genoemde stuk terra nigra uit 40-70 na Chr. Sommige sporen<br />

leken ouder dan het midden <strong>van</strong> de 1e eeuw. In de richting <strong>van</strong> de Vliet trof Holwerda nog inheemse<br />

sporen aan tot en met het noorden <strong>van</strong> de latere insula IV. 1110 Mogelijk ook inheems zijn de twee<br />

circelvormige sporen in het zuiden <strong>van</strong> insula III (afb. 10.18) met een diameter <strong>van</strong> circa vijf en vijftien<br />

1102 Koot en <strong>De</strong> Bruin 2006,142-143; Bloemers 1980 afb. 12.<br />

1103 Hagers 1991,349; <strong>De</strong> Jonge, Marcillaud en Milot 1996,247 en noot 3.<br />

1104 <strong>De</strong> Jonge, Marcillaud en Milot 1996,253, 255 en afb. 1. Holwerda 1923,24 noemt ook de lichte kleur.<br />

1105 Beschreven in brief A. Buisman d.d 5 januari 1966, aanwezig in oude archief ROB.<br />

1106 Vergelijk Waasdorp 1999a,169; Van der Velde 2008b,81; <strong>De</strong> Kort en Raczynski-Henk 2008,17.<br />

1107 Hessing 1993a; vermeld in dagrapport 20 maart 1992 (put 9, vondstnummer 9-1-2).<br />

1108 Holwerda 1923,25 (‘latere via principalis’); zie ook gereconstrueerde hoogtelijnen.<br />

1109 Proefputjes in tuin Ds. Veldhoenlaan, <strong>De</strong> Jonge 1996.<br />

1110 Onder andere Holwerda 1912b,20.<br />

161

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!