02.05.2013 Views

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

dan Holwerda in zijn theorie veronderstelde. En zo verdween nog wel wat meer tegenbewijs uit beeld,<br />

zoals de verderop besproken inscriptie die een raadslid <strong>van</strong> een Romeinse <strong>stad</strong> vermeldt (afb. 1.16). 560<br />

In het begin <strong>van</strong> 1919 volgde Holwerda zijn vader op als directeur <strong>van</strong> het Rijksmuseum <strong>van</strong><br />

Oudheden, wat hij tot aan zijn pensioen in 1938 zou blijven. Als museumdirecteur toonde hij een groot<br />

organisatietalent en zou de Nederlandse oudheidkunde bij een grote groep mensen populair maken:<br />

deels via tentoonstellingen in zijn museum, maar ook via publicaties in bladen als Elzevier. Verder<br />

waren de eerste hoofdstukken <strong>van</strong> de geschiedenisboekjes <strong>van</strong> de lagere school lange tijd <strong>van</strong> zijn<br />

hand. Al in 1900 publiceerde hij als twintiger zijn eerste leerboek getiteld Hellas en Rome. Grieksche<br />

en Romeinsche archeologie. En later schreef hij meer populaire werken, zoals zijn gezaghebbende<br />

Nederlands vroegste geschiedenis en zijn Geschiedenis <strong>van</strong> Nederland. 561<br />

Het schrijven <strong>van</strong> de schoolboeken kan bij Holwerda de druk hebben verhoogd om met veel<br />

opgravingen zo snel mogelijk een completer verhaal te kunnen schrijven. Al in zijn oratie <strong>van</strong> 1910<br />

klinkt de druk die uitgaat <strong>van</strong> het vele dat nog te doen valt: “Hoe meer werk er is volbracht, hoe meer<br />

er op ons aanstormt. Overweldigend is de massa dier overblijfselen uit ons vroeg verleden, die we<br />

toch maar niet mogen laten sluimeren in den grond ….als dat bewustzijn is ontwaakt, dan gevoelt men<br />

eerst recht de zwakte <strong>van</strong> zijn kunnen tegenover zóóveel dat om onderzoek roept”. Hij wilde als lector<br />

met volle inzet werken aan zijn “ideaal, dat eenmaal het beeld der vroege historie <strong>van</strong> ons<br />

Nederlandsch volksbestaan zal verrijzen uit den bodem <strong>van</strong> ons vaderland”. 562 Bij zijn archeologisch<br />

onderzoek is in ieder geval de kwantiteit gaan overheersen over de kwaliteit. Dat is jammer. Wie de<br />

eerste verslagen <strong>van</strong> het onderzoek in Voorburg bekijkt, ziet dat de toen nog jonge archeoloog zich<br />

ook anders had kunnen ontwikkelen.<br />

Holwerda verzorgde met zijn sleuvenmethode in Nederland een lange reeks <strong>van</strong> opgravingen<br />

waarmee het Rijksmuseum <strong>van</strong> Oudheden landelijk tot aan de Tweede Wereldoorlog de belangrijkste<br />

gravende instelling in Nederland was. 563 Keerzijde <strong>van</strong> zijn hoge productiviteit was dat Holwerda soms<br />

te gehaast conclusies trok, conclusies die als gevolg <strong>van</strong> zijn gezag al snel gemeengoed werden. 564<br />

Het gevolg voor Voorburg was dat de vindplaats in één klap was gedegradeerd <strong>van</strong> belangrijke <strong>stad</strong><br />

tot een legerkamp zoals er tientallen in Nederland waren gebouwd. Daarmee daalde de belangstelling<br />

snel.<br />

<strong>De</strong> gemiste kans na Holwerda<br />

Nadat Holwerda in 1915 zijn opgraving had afgesloten, waren er tot de Tweede Wereldoorlog nog<br />

volop waarnemingen <strong>van</strong> onder meer Romeinse waterputten en stenen muren. Het was een gemiste<br />

kans omdat bij de bouw <strong>van</strong> woonwijken in die tijd grote oppervlakken <strong>van</strong> de Romeinse <strong>stad</strong> zijn<br />

omgespit. Al in 1922 verscheen in de Nieuw Rotterdamsche Courant een bericht over de vondst <strong>van</strong><br />

een oude urn nabij de Arentsburghlaan. En in 1929 melde dezelfde krant dat op een terrein aan de<br />

Prinses Mariannelaan een plaat hardsteen werd gevonden die niet verwijderd kon worden. 565 Verder<br />

werd dat jaar in een waterpunt een Romeinse damesschoen gevonden versierd met een S-vormig<br />

spijkerpatroon. 566 Kort na 1925 werden de weilanden aangekocht en bouwrijp gemaakt en in 1928<br />

werd een aantal sloten gedempt. 567 Rond 1925 begon de bouw <strong>van</strong> de tegenwoordig nog steeds<br />

aanwezige woonwijk. 568 Bovendien werden in 1926 de landhuizen Arentsburgh en Hoekenburgh<br />

aangekocht door het Doveninstituut Effatha. Al in 1926 werd ten oosten <strong>van</strong> het landhuis Arentsburg<br />

een vrijstaand gebouw neergezet, dat vervolgens i de periode 1926-1930 via een aanbouw aan het<br />

landhuis werd gekoppeld.<br />

Bij de aanleg <strong>van</strong> de Voorburgse woonwijk boven op de Romeinse resten in de jaren twintig en<br />

dertig werden nauwelijks gerichte waarnemingen gedaan. Wel waren particuliere verzamelaars actief,<br />

waaronder de bekende amateur-archeoloog N.J. Pabon. Het verslag <strong>van</strong> het Rijksmuseum <strong>van</strong><br />

Oudheden meldt met name in de periode 1925 – 1932 bijna jaarlijks de verwerving <strong>van</strong> losse<br />

Romeinse vondsten <strong>van</strong> Arentsburgh, gedaan bij onder meer de bouw <strong>van</strong> huizen en aanleg <strong>van</strong><br />

straten. Zo verwierf het museum in 1929 “eenige stukken Romeinsch aardewerk, een lederen schoen<br />

<strong>van</strong> bijzonder model, een fragment <strong>van</strong> een terra-cotta beeldje en een klein beeldje uit been<br />

560<br />

Wel genoemd in Holwerda en Evelein 1911,48.<br />

561<br />

Holwerda 1925 en 1935.<br />

562<br />

Holwerda 1910c,27-28.<br />

563<br />

Verhart 2001,8.<br />

564<br />

Van Ginkel 1983,115.<br />

565<br />

NRC 22 september 1922 en 14 augustus 1929, genoemd in <strong>De</strong> Jager 2006c,483.<br />

566<br />

Groenman-Van Waateringe 1967,46; RMO inventarusnummer h 1929/3.22.<br />

567<br />

Topografische kaart 99-E01 (schaal 1:1000) in het archief <strong>van</strong> de gemeente Voorburg-Leidschdam (d.d. 15 januari 1999)<br />

noemt het dempen in 1928 <strong>van</strong> een aantal stukken sloot met een ligging ongeveer loodrecht op de Vliet.<br />

568<br />

<strong>De</strong> Jonge 2004,6; <strong>De</strong> Jager en Raemakers 2000 fig. 2.<br />

89

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!