02.05.2013 Views

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

Forum Hadriani De vergeten stad van Hadrianus - VU-DARE Home ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

opgravingstechniek, het herkennen <strong>van</strong> grondsporen zoals paalgaten en wandgreppels <strong>van</strong> houten<br />

constructies. Hij had deze kort ervoor in Duitsland zien toepassen en introduceerde de techniek aan het<br />

begin <strong>van</strong> de 20e eeuw in Nederland. Dat bood de mogelijkheid veel meer sporen vast te leggen dan tot<br />

op dat moment mogelijk was. Ook toonde Holwerda al belangstelling voor de “ethnographie”, de<br />

voorganger <strong>van</strong> de antropologie die inmiddels wederom sterk met de archeologie verbonden is. 28 Zowel<br />

Reuvens als Holwerda hanteerden de fundamentele wetenschappelijke werkwijze waarbij gegevens<br />

worden vastgelegd, ook als de rele<strong>van</strong>tie niet direkt kenbaar is. Alleen daardoor is het nu mogelijk alsnog<br />

een vrij goed beeld te vormen en eigen conclusies te trekken. Het bleek mogelijk hun opgravingen op<br />

papier nogmaals over te doen, wat beide wetenschappers tot eer strekt.<br />

Over Reuvens als pionier is de laatste tijd het nodige gepubliceerd dat aangeeft hoe deze<br />

wetenschapper zijn tijd vooruit was. 29 Nieuw in deze studie is vooral de herinterpretatie <strong>van</strong> zijn<br />

opgravingen. Die toont de nog steeds actuele wetenschappelijke waarde. Het was daardoor alsnog<br />

mogelijk belangrijke nieuwe conclusies uit zijn onderzoek te trekken. En dat is uiteindelijk een cruciale<br />

graadmeter voor het belang <strong>van</strong> zijn werk. Wat betreft Holwerda biedt de herinterpretatie <strong>van</strong> zijn<br />

opgraving ook interessante inzichten. Het dwingt tot een genuanceerder beeld <strong>van</strong> zijn werkwijze dan<br />

tot op heden het geval was. Verder ontstond in Voorburg het fameuze conflict dat Holwerda tijdens het<br />

onderzoek kreeg met Van Giffen. Er is volop documentatie bewaard <strong>van</strong> deze wetenschappelijke strijd<br />

die in de 20 ste eeuw diepe sporen zou nalaten in de Nederlandse archeologie. 30 Het onderzoek in<br />

Voorburg illustreert verder fraai dat de archeologie wetenschappelijk een <strong>van</strong> de voorlopers was in wat<br />

tegenwoordig het ‘pro-am’ tijdperk wordt genoemd: het steeds vaker opkomen <strong>van</strong><br />

samenwerkingsverbanden tussen wetenschappers en liefhebbers, waarbij vaak de astronomie als<br />

vroeg voorbeeld wordt genoemd. 31 In Voorburg wordt al <strong>van</strong>af de jaren zestig <strong>van</strong> de 20 e eeuw nauw<br />

samengewerkt toen pioniers als Wim Jung het contact zochten met de beroepsarcheologen en<br />

belangrijke waarnemingen deden. En ook deze studie zelf komt voort uit deze ‘pro-am’ benadering. 32<br />

Recent was Voorburg wederom toneel <strong>van</strong> nieuwe ontwikkelingen. In 2005 is een opgraving<br />

uitgevoerd door BAAC, een <strong>van</strong> de commerciële bureaus die in het nieuwe archeologische bestel op<br />

de markt waren gekomen. Met een scherpe offerte werd de opdracht binnengesleept, waardoor het<br />

werk met beperkte middelen uitgevoerd moest worden. Waar vroeger de aangetroffen situatie de<br />

uiteindelijke opgravingsinspanning bepaalde, vormde nu het vooraf bepaalde plan <strong>van</strong> eisen een<br />

budgettaire grens. Zo zijn slechts <strong>van</strong> twee <strong>van</strong> de vier putwanden komplete profielen gemaakt en is<br />

er niet gewerkt met de beoogde zes werkputten met aparte zijprofielen. Na de opgraving werden in de<br />

opgravingsput nog twee Romeinse waterputten gevonden die niet waren onderzocht. 33 Aan<strong>van</strong>kelijk<br />

waren er geen budgetten om de spectaculaire houtvondsten te conserveren. “Als we maar niet nog<br />

meer vinden” verzuchte een <strong>van</strong> de opgravers halverwege de campagne bij een rondleiding aan de<br />

auteur. Om kosten te sparen werden onder meer detectoramateurs ingezet, wat in vergelijking met<br />

andere Voorburgse opgravingen opvallend weinig determineerbare munten opleverde. 34 Ook liep de<br />

publicatie <strong>van</strong> het eindverslag aanzienlijke vertraging op en kwam uiteindelijk in oktober 2009 bij Halos<br />

beschikbaar, bijna vier jaar na de afronding <strong>van</strong> de opgraving in november 2005. 35 Uiteraard zullen<br />

inmiddels de nodige lessen hieruit zijn getrokken. Maar het illustreert dat later opgraven niet altijd<br />

betekent dat er meer informatie wordt verkregen. Ook dat is een interessante les uit het (recente)<br />

verleden. 36 Hopelijk zal een nog betere bescherming <strong>van</strong> de site als Werelderfgoed het accent <strong>van</strong><br />

toekomstige innovaties verschuiven naar preventief onderzoek. Fraai voorbeeld is een onderzoek in<br />

de Vliet bij <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> in 2008 waarbij voor het eerst met succes een grondradarsysteem onder<br />

water werd ingezet. 37<br />

28 Holwerda 1910c,21.<br />

29 Brongers 2002; Toebosch 2003, 12 e.v.; Halbertsma 2003,25-26 en 112-127; Buijtendorp 2007a.<br />

30 Eickhoff 2003,68,71 en 181; Verhart 2005.<br />

31 Anderson 2006,69.<br />

32 Zie het dankwoord.<br />

33 Bink en Franzen 2009,32-36 (geen 6 werkputten, slechts 2 complete wandprofielen), 41 (geen bakselonderzoek), 106 en 115<br />

(waterput 7 en 15 pas na opgraving ontdekt); Gazenbeek 2009a,215 (niet consequent verzamelen bouwkeramiek en geen<br />

bakselonderzoek), Kemmers 2009a,41, en 264 (schade munten door reinigen 2 jaar na opgraving); Daalen en Kooistra<br />

2009,334 (informatieverlies wagenwielen bij beschrijven na conservatie); Zeiler en <strong>De</strong> Vries 2009,376, 380 en 385 (weinig<br />

zeefmateriaal); Kooistra en Kubiak-Martens 2009,388 (geen botanisch onderzoek bodemopbouw).<br />

34 Kemmers 2009a,264 en tabel 8.2.<br />

35 Bink en Franzen 2009. <strong>De</strong> openheid hierin over genoemde problemen geeft aan dat de opgravers zelf ook moeite hadden<br />

met de beperkingen.<br />

36 Buijtendorp 2007a,131-132.<br />

37 Waldus 2009,19-24 en 64 (door Baars-CIPRO).<br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!